Leesvaardigheid: signaalwoorden en tekstverbanden

Leesvaardigheid: signaalwoorden en tekstverbanden

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid: signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 1 - Slide

Tekstopbouw: inleiding - kern - slot
Alinea-opbouw: kernzin en andere zinnen

Slide 2 - Slide

Samen lezen: Tekst 8 'Blussen maar' op bladzijde 145 
Vragen maken in LessonUp

Slide 3 - Slide

Waarnaar verwijst 'hij' in regel 1?

Slide 4 - Open question

Waarnaar verwijst 'ze' in regel 12?

Slide 5 - Open question

In de tekst komt het verband uitspraak-tegenstelling voor.
Welk signaalwoord geeft dit verband aan?
Schrijf de uitspraak en de tegenstelling daarbij op.

Slide 6 - Open question

In de zin 'Brandweerlieden moeten.....verschillende vaardigheden (r 6-8) komt het verband uitspraak-opsomming voor.
Welk(e) signaalwoord(en) geeft (geven) dit verband aan?

Slide 7 - Open question

Geef de delen van de opsomming aan.

Slide 8 - Open question

Schrijf het signaalwoord op voor het verband uitspraak-voorbeeld uit de tekst

Slide 9 - Open question

Hoeveel voorbeelden worden er genoemd

Slide 10 - Open question

Schrijf de voorbeelden op.

Slide 11 - Open question