Voorlichting en advies
1 / 27
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Dit is les 3 van de 4 met als overkoepelend thema 'gezonde leefstijl'.
Vandaag behandelen we voorlichting en advies geven.
Slide 2 - Slide
Vraag wat de studenten nog weten van de vorige les en als er nog nog vragen zijn n.a.v. de lesstof.
Slide 3 - Slide
Vertel de studenten wat de leerdoelen zijn voor deze les.
Slide 4 - Slide
Wat gaan we vandaag doen? De les duur 180 minuten. Dat is lang, vandaar dat we ook twee keer een korte pauze inlassen. We beginnen met een uitleg over de ziektebeelden die jullie hebben gekozen bij de doelgroep van je casus in les 1.
Vervolgens krijgen jullie uitleg over vier belangrijke begrippen; domotica, preventie, leefstijl en leefplan.
Daarna gaan we werken aan 2 opdrachten. Opdracht 1: een probleem schrijven naast je casus. Opdracht 2: een Canva maken over preventie passend bij je doelgroep.
We sluiten de les af met het bekijken van de gemaakte Canva's en vervolgens krijgen jullie een huiswerkopdracht mee en checken we de leerdoelen.
Slide 5 - Slide
Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. En ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline. Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel.
De meest voorkomende soort is diabetes type 2: negen van de tien mensen met diabetes hebben diabetes type 2. Zij hebben te weinig insuline in het lichaam en reageren daar ook niet meer goed op.
Er zijn ook mensen bij wie het afweersysteem de cellen aanvalt die insuline aanmaken. Dit komt door een fout in de cellen die insuline maken. Dan heb je diabetes type 1. Mensen met diabetes type 1 moeten elke dag bloedsuiker meten, insuline spuiten of een pompje dragen. Ze kunnen geen hap eten zonder te berekenen hoeveel insuline ervoor nodig is.
Naast diabetes type 1 en 2, zijn er nog meer typen diabetes zoals zwangerschapsdiabetes e.d.
Symptomen DM:
Type 1: veel dorst, veel plassen,
afvallen zonder dat daar een reden voor is, ziek en beroerd voelen, veel honger hebben, of juist helemaal niet, wazig zien, misselijk zijn of overgeven.
Type 2: veel dorst en last hebben van een droge mond, veel plassen, veel moe zijn,
last van ogen, zoals rode en branderige ogen, wazig zien, dubbel zien of slecht zien, slecht genezende wondjes,
kortademigheid of pijn in de benen bij het lopen, infecties die vaak terugkomen, zoals blaasontsteking.
Slide 6 - Slide
Astma is een ontsteking van de longen. De ontsteking is bij astma blijvend. Dit betekent dat er altijd kleine ontstekingen zijn in de longen. Dit kan veel klachten veroorzaken.
Waarom sommige mensen astma krijgen en anderen niet, is nog niet duidelijk. Wetenschappers en Longfonds zoeken nog naar de precieze oorzaak van astma. Astma is vaak erfelijk.
Symptomen van astma: benauwdheid, slijm ophoesten, piepende ademhaling, kortademigheid, weinig energie hebben.
Veel voorkomende behandelingen bij astma: medicatie (inhalator), longfunctietest
Slide 7 - Slide
COPD is een longziekte waarbij je longen zijn beschadigd. Je hebt minder zuurstof en ademen is moeilijker. Hierdoor heb je minder energie. Normale dingen zoals traplopen, boodschappen doen of je aankleden kunnen lastig zijn. De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte).
Behandeling COPD bestaat uit zuurstof, medicatie, inhalatie, gesprekken, longfunctietest.
Meestal is roken de oorzaak van COPD. Roken of meeroken beschadigt de longen ernstig. Daardoor kunnen longziekten zich gemakkelijker ontwikkelen. Maar COPD kan ook komen door een erfelijke ziekte of moeilijk te behandelen astma. De meeste mensen krijgen pas na hun veertigste COPD.
Slide 8 - Video
Uitleg wat is COPD?
Slide 9 - Slide
Laat de studenten zelf antwoorden opzoeken op de gestelde vragen. Maak groepjes van 4-5 studenten en na 5 minuten antwoorden klassikaal delen.
Slide 10 - Slide
Vraag de studenten;
Wat hebben jullie geleerd over gespreksvoering? Hoe zou je met iemand in gesprek gaan die last heeft van overgewicht?
Wat zijn mogelijke adviezen voor deze persoon?
Wat kun je doen ter voorkoming van overgewicht?
Zwangere
Slide 11 - Mind map
Wat weten de studenten van zwangeren? Denk aan leefstijl, adviezen, voorlichting.
Slide 12 - Slide
Eten voor 2 is niet nodig, maar het is wel belangrijk om gezond en gevarieerd te eten. Soms kan het ook helpen om vaker op een dag kleinere hoeveelheden te eten.
Via rauwe of gerookte producten kun je de listeria bacterie binnenkrijgen.
Rauw vlees en groenten
In rauw vlees of rauwe groenten kan de bacterie toxoplasmose voorkomen. Het is belangrijk dat je alle groente goed wast en vlees zo bakt dat het niet rood meer is van binnen. Vermijd ook producten zoals rosbief, filet americain, tartaar of carpaccio.
Toxoplasmose kan ook voorkomen in kattenpoep. Gebruik daarom handschoenen of laat iemand anders de kattenbak verschonen. Als je in de tuin werkt, is het ook verstandig om handschoenen te dragen en goed je handen te wassen.
Alcohol kan in kleine hoeveelheden al schadelijk zijn voor je ongeboren baby. Ook heb je meer kans op een miskraam als je alcohol drinkt tijdens je zwangerschap.
Roken is schadelijk voor je baby. Zelf roken, maar ook aanwezig zijn in een rokerige omgeving beïnvloedt de zwangerschap nadelig. In sigaretten zitten schadelijke stoffen, zoals nicotine en koolmonoxide. Die stoffen zorgen voor een verminderde doorbloeding van de placenta (moederkoek). Dit zorgt ervoor dat je baby een verminderde zuurstoftoevoer krijgt, omdat de schadelijke stoffen door de placenta komen. Hierdoor komen er minder voedingsstoffen en zuurstof bij je baby.
Van veel drugs is bekend dat ze schadelijk zijn voor een baby. Al voor je zwangerschap schaden drugs je kansen op een gezonde zwangerschap. Om schade zoveel mogelijk te voorkomen, wordt aangeraden helemaal geen drugs te gebruiken als je zwanger wilt worden, zwanger bent of borstvoeding geeft.
Tijdens de zwangerschap is het verstandig zorgvuldig te zijn met het gebruik van medicijnen. Sommige stoffen hebben namelijk al vroeg in de zwangerschap invloed op de ontwikkeling van een baby.
Het is goed om minimaal een half uur per dag te bewegen als je zwanger bent.
Slide 13 - Slide
Tien minuten pauze.
Wat is het verschil tussen een leefstijl en leefplan?
Slide 14 - Open question
Bij leefstijl denken we aan gezonde voeding, wat is dat? Regelmatig bewegen, hoeveel per dag? Maar ook aan stress.
Een leefplan is een plan waarbij er gezondheidsinterventies worden ingezet voor bijvoorbeeld een gezondere of actievere leefstijl.
Antwoorden studenten bespreken.
Geef een voorbeeld van preventie
Slide 15 - Open question
Preventie betekent voorkomen. Bijvoorbeeld tanden poetsen ter voorkoming van cariës.
Antwoorden van studenten bespreken.
Wat is preventie?
Slide 16 - Open question
Voorkomen van groter gezondheidsprobleem.
Antwoorden van studenten bespreken.
Wat is domotica?
Slide 17 - Open question
Domotica is het toepassen van elektronica in huis om het leven in huis 'makkelijker' te maken zodat ouderen of mensen met een handicap langer zelfredzaam kunnen blijven. Het gaat om hulpmiddelen met sensoren en computertechnologie, soms gecombineerd met communicatie met hulpverleners die zich ook buitenshuis bevinden.
Slide 18 - Video
Voorbeeldfilmpje van domotica in de zorg.
Leefstijl- of leefpatroonmonitoring geeft zorgorganisaties inzicht in langzame veranderingen in het dagelijks leefpatroon van alleenwonende cliënten. Sensoren in de woning registreren over een langere periode de activiteiten van de cliënt. Zorgmedewerkers, casemanagers en mantelzorgers kunnen daardoor veranderingen in het activiteitenpatroon van de cliënt vaststellen, bijvoorbeeld als de cliënt ’s nachts gaat dwalen. Acute veranderingen kunnen direct worden gemeld aan een zorgmedewerker. De film Leefstijlmonitoring in de zorg laat zien hoe dit in de praktijk kan werken
Slide 19 - Slide
Opdracht 1 voor les 3.
Opdracht staat duidelijk beschreven in de slide. Als huiswerkopdracht krijgen de studenten nog mee om het advies vervolgens te filmen en doormiddel van motiverende, coachende gespreksvoering over te brengen op de cliënt. Uitleg hierover gehad in les 2. Let op dat de uitwerking volledig is en het advies/ voorlichting dus ook. Niet Henk gaat gezond eten maar werk uit wat gezond eten is. Wat zijn vetten, koolhydraten en eiwitten en waarom geef je welk advies?
Voorbeelden domotica
Slide 20 - Mind map
Vraag de studenten naar meer voorbeelden over domotica.
Slide 21 - Slide
Korte pauze van 10 minuten.
Slide 22 - Slide
Opdracht 2 van deze les. De studenten moeten een Canva maken dat kan zijn een Instagram story, Facebook bericht, flyer, A4, poster, korte video. Het doel is dat de student preventie weet toe te passen. De student maakt de opdracht in tweetallen. De studenten maken deze tweetallen zelf. Voorbeeld: Henk met overgewicht wil afvallen. Je maakt een poster met een dieetwissel (denk aan voedingscentrum). De Canva mail je naar je docent en voeg je toe aan je portfolio. De studenten krijgen hiervoor 30 minuten de tijd.
Slide 23 - Slide
De studenten sturen de gemaakte Canva's op naar de docent. De docent laat de ingestuurde Canva's zien aan de groep.
Wat heb jij vandaag geleerd?
Slide 24 - Open question
Studenten antwoorden individueel. Ingaan op antwoorden.
Slide 25 - Slide
Als de studenten de opdrachten nog niet afhebben dan thuis afmaken en toevoegen aan portfolio.
Opdracht 3 is nieuw. Het opnemen van een gesprek. Met hulp van de aangeleerde gesprekstechnieken in les 2 moeten de studenten het advies, of de voorlichting wat ze hebben geschreven bij de casus vandaag gaan vertellen aan de persoon uit de casus. De studenten moeten dit opnemen op film en delen met de docent via WeTransfer. Het gesprek moet 5- 10 minuten duren.
Slide 26 - Slide
Checken van de leerdoelen. Geef studenten een beurt en vraag erop te antwoorden.
Slide 27 - Slide
Bedank studenten voor hun aanwezigheid en het meedoen in de les.
