Inleiding Hoofdstuk 8

1 / 14
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan, wat komt er nog in je op als je denkt aan 'de cultuur van het moderne'

Slide 2 - Open question

Welke kunststromingen ken je nog van begin 20e eeuw?

Slide 3 - Mind map

Wat zijn belangrijke kenmerken van het Surrealisme?

Slide 4 - Open question

Readymades

Slide 5 - Drag question

Readymades
- gebruik van kant en klare voorwerpen
-surrealisme en Dada beweging


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welke begrippen horen bij deze opera van Arnold Schonberg, Erwartung?
A
twaalftoonsysteem, ballet russes
B
futuristisch, jazz
C
realisme, popova
D
Expressie, atonaal, dissonant

Slide 8 - Quiz

Arnold Schonberg, Erwartung
Vernieuwend door:
-melodie: lastig herkenbaar. geen tonica
-harmonie: atonaal, dissonant
-metrum en ritme: wisselende ritmes
-tempo: contrasten in tempo, wisselingen
- dynamiek: contrasten
- schelle klankkleur
-compositie: niet gangbaar

Expressiviteit: tonen worden gekozen op basis van hun expressiviteit, niet meer op basis van harmonie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De hexentanz van Mary Wigman is een vorm van:
A
primitieve dans
B
expressionistische dans
C
academische dans
D
kubistische dans

Slide 11 - Quiz

Hexentanz
Wordt ook wel Ausdruckstanz genoemd
Expressionistisch karakter: emoties als verdriet en woede
ongewone bewegingen als bijv hurken, kruipen
Minimale muziek aanwezig, ondergeschikt

Slide 12 - Slide

Noem een duidelijk verschil tussen de academische dans en de expressionistische dans

Slide 13 - Open question

Dans vormgeving Romantiek
Ruimte:
hele podium, diagonalen, 
ook vertikaal: zo hoog mogelijk, licht dansen

afwisselingen met pas de deux en corps de ballet

tijd: dansfrases?
kracht: oogt sierlijk, beheerst
Dans vormgeving Modern

analyseer goed per stuk

hexentanz:
ruimte: laag bij de grond, gebogen benen, op 1 plek

tijd: geen herhalingen?
kracht: zwaar, aards, stampend etc.

Slide 14 - Slide