Seksuele vorming, genderdiversiteit, leerjaar 1, les 2
Seksuele vorming
Leerjaar 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Seksuele vorming
Leerjaar 1
Slide 1 - Slide
Regels tijdens deze lessen:
Wij luisteren naar elkaar.
Wij respecteren elkaar.
Wij zijn aardig voor en naar elkaar.
Wij lachen elkaar niet uit.
Wij begrijpen dat iedereen anders is.
Wat in deze lessen wordt besproken, blijft in de klas.
Slide 2 - Slide
Genderdiversiteit
Les 1: Wat is gender?
Slide 3 - Slide
Wat weet jij al van ... ?
Gender
Genderneutraal
Non-binair
Aanduiding paspoort
Ken jij iemand die...?
Slide 4 - Slide
Welke aanspreektitel is genderneutraal?
A
Beste
B
Dhr.
C
Mevr.
D
Geachte
Slide 5 - Quiz
Welke aanspreektitel voorkomt genderbepaling?
A
Dhr. Smith
B
Beste allemaal
C
Hallo iedereen
D
Mevr. Janssen
Slide 6 - Quiz
Doel van de les
Leerlingen begrijpen dat gender meer is dan alleen ‘jongen’ of ‘meisje’.
Slide 7 - Slide
Filmpje/site/startopdracht
https://www.youtube.com/watch?v=LJhhx83NZOE
Slide 8 - Slide
Wat is een stereotype voor jongens?
A
Jongens zijn sterk en stoer.
B
Jongens zijn altijd verlegen.
C
Jongens dragen vaak rokken.
D
Jongens houden van poppen.
Slide 9 - Quiz
Wat is een stereotype voor meisjes?
A
Meisjes zijn altijd sportief.
B
Meisjes spelen alleen met jongens.
C
Meisjes houden van dansen en zingen.
D
Meisjes houden niet van kleuren.
Slide 10 - Quiz
Wat doen jongens vaak volgens stereotypen?
A
Jongens houden van knutselen.
B
Jongens spelen met auto's.
C
Jongens geven veel om mode.
D
Jongens zijn altijd aan het bakken.
Slide 11 - Quiz
Uitleg onderwerp
Genderidentiteit gaat over hoe iemand zich van binnen voelt: of iemand zich een jongen, meisje, of iets anders voelt. Het is niet altijd hetzelfde als het geslacht dat bij de geboorte is vastgesteld.
Slide 12 - Slide
Vragen over het onderwerp
Bedenk wat vragen over dit onderwerp. Je kunt deze dia weghalen en zelf een open vraag o.i.d.
Slide 13 - Slide
Wat betekent cisgender?
A
Iemand zonder genderidentiteit
B
Iemand die zich identificeert met geboortegeslacht
C
Iemand die niet man of vrouw is
D
Iemand die van geslacht verandert
Slide 14 - Quiz
Wat is een transseksueel?
A
Iemand die van geslacht verandert
B
Iemand zonder genderidentiteit
C
Iemand die altijd cisgender is
D
Iemand die non-binair is
Slide 15 - Quiz
Wat betekent non-binair?
A
Iemand die altijd cisgender is
B
Iemand die niet alleen man of vrouw is
C
Iemand die van geslacht verandert
D
Iemand die als man leeft
Slide 16 - Quiz
Terugblik doel
Kom terug op het doel.
Slide 17 - Slide
Afsluiting
Bedenk een leuke afsluiting. Werkvorm, filmpje, spelletje of zoiets.