Meervoudige intelligentie 1

Meervoudige
 intelligentie




Jan, Alain en Peter
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Meervoudige
 intelligentie




Jan, Alain en Peter

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij meervoudige intelligentie?

Slide 2 - Mind map

Planning:
Deze les gaan we:
  • Introductie
  • Waar sta jij?
  • Theorie
  • Praktische tips
  • Waar sta jij?
  • Afsluiting
Doelen:
Aan  het einde...
  • Kennen jullie de 8 intelligenties en weten wat het inhoudt.
  • Welke intelligenties bij jou passen.
  • Heb je praktische tips voor jouw onderwijs.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welke 3 heb jij?

  1. Interpersoonlijk
  2. Intrapersoonlijk
  3. Lichamelijk - motorisch
  4. Logisch - mathematisch


5. Muzikaal - ritmisch
6. Natuurgericht
7. Verbaal - linguïstisch
8. Visueel - ruimtelijk

Slide 5 - Slide

Waarom werken met meervoudige intelligentie? (M.I.)
  1.  Recht doen aan verschillen tussen leerlingen
  2. Variatie in de onderwijsleersituatie
  3. Voorbereiding op de toekomst

Slide 6 - Slide

1. Recht doen aan verschillen tussen leerlingen 
  • Grote verschillen tussen leerlingen (aanleg en talent)
  • Dat noemt Gardner dan verschillende intelligenties
  • Elk mens heeft verschillende intelligenties (meerdere)
  • Als je M.I. toepast in je lessen dan zullen lln zich actiever opstellen. 

Slide 7 - Slide

Variatie in de onderwijsleersituatie

  • (Standaard) luisteren, zelfst. werken, vragen beantwoorden of samenwerken. 
  • Variatie aanbrengen
  • Verbaal linguïstisch; logisch mathematisch -
     muzikaal of beeldend

Slide 8 - Slide

Voorbereiding op de toekomst 
  • Intelligenties zijn beïnvloedbaar; leerlingen ontwikkelen zich op sociaal, psychologisch intelligentie.
  • Met behulp van M.I. probleemoplossend denken kun je beter voorbereid zijn op de toekomst.

Slide 9 - Slide

De intelligenties

Slide 10 - Slide

Interpersoonlijke intelligentie
Houdt van contact met anderen, werkt graag samen, voelt aan wat anderen bezighoudt, voelt zich prettig in groepen, houdt van gezelligheid en feestjes, is graag bereid anderen te helpen.

Is van groot belang voor maatschappelijk functioneren.

Slide 11 - Slide

Intrapersoonlijke intelligentie
Stelt zich liever op de achtergrond op, leeft in een eigen wereld, houdt van mijmeren (nadenken), kent eigen sterke en zwakke kanten goed, neemt scherp waar er wat gebeurt, schrijft een dagboek, heeft gevoel voor reflectie, poëzie.

Voor academisch succes van groot belang.

Slide 12 - Slide

Lichamelijk - motorisch
Beweegt graag, reageert meestal met trefzekere bewegingen, heeft sterk gevoel voor gebruik eigen lichaam, kent fijne motoriek, sleutelt of knutselt graag, leert gemakkelijk iets door te doen of te spelen.

Als leraar moet je vooral voordoen, dat komt het beste over.

Slide 13 - Slide

Logisch - mathematisch
Ordent gemakkelijk informatie, speelt graag met cijfers, maakt overwegingen bij het oplossen van problemen, redeneert logisch / systematisch, denkt kritisch

Ze vinden makkelijk patronen en schema's en denken in oorzaak - gevolg.

Slide 14 - Slide

Muzikaal ritmisch
Pikt snel melodietjes op, speelt graag een muziekinstrument, werkt met ezelsbruggetjes en rijmpjes om iets te onthouden, sterk gevoel voor ritme, stijl in stemgebruik, vertelt boeiend.


Slide 15 - Slide

Natuurgericht
Is gefascineerd door alles wat groeit en bloeit, herkent snel kenmerken van plant en dier, observeert en verklaart graag veranderingen in de natuur, leert gemakkelijk door waarnemingen buiten, verzamelt en ordent, gaat graag met dieren om.

Kan goed dingen ordenen (gedroogde vlinders of postzegels)

Slide 16 - Slide

Verbaal - linguïstisch
Denkt in woorden, formuleert makkelijk, kan gemakkelijk ideeën onder woorden brengen, leest snel en met inzicht, kan goed argumenteren.

Ze kunnen het beste leren als ze kunnen spreken, kijken, luisteren en schrijven. (4 domeinen)

Slide 17 - Slide

Visueel - ruimtelijk
Neemt de werkelijkheid waar via ruimte en kleuren, heeft gevoel voor kleurnuances, tekent vaak figuurtjes of maakt krabbels, experimenteert met schetsen of ontwerpen, kan zich snel oriënteren in gebouwen of wijken.

Woorden vertalen in beelden (beelddenken) situaties en problemen zien ze voor zich en werken die adhv hun eigen beelden uit.

Slide 18 - Slide

Theorie 
Het is belangrijk om te weten dat elke leerling altijd meer dan één intelligentie nodig heeft om problemen op te lossen.

Slide 19 - Slide

Bespelen van een piano: welke intelligenties heb je nodig naast muzikaal ritmisch? Kies 2 antwoorden
A
Lichamelijk - motorisch
B
Logisch - mathematisch
C
Visueel - ruimtelijk
D
Verbaal - linguïstisch

Slide 20 - Quiz

Wat kun je doen om een leerling met sterke lichamelijke-motorische oriëntatie te helpen met het leren van woordjes?

Slide 21 - Open question

Praktische tips
Wat kun jij doen in je lessen om rekening te houden met al die verschillende leerlingen en intelligenties?

Slide 22 - Slide

Verbaal-linguïstisch
* Vertel een verhaal
* Lees voor
* Zorg voor verhalen die ergens over gaan (fabels, sagen, legenden)
* Maak verhalen beeldend en levendig
door ze bijvoorbeeld na te spelen

Slide 23 - Slide

Logisch-mathematisch
* besteed aandacht aan sorteer- en classificeeroefeningen
* leer je leerlingen gebruik te maken van mindmappen, woordspinnen en andere oplossingsstrategieën
* werk met structuren en herhalingen in de groep, zoals (dag)ritmekaarten en schematische overzichten
* besteed aandacht aan patroonherkenning

Slide 24 - Slide

Visueel-ruimtelijk
* Maak gebruik van veel kijkmateriaal
* Stimuleer opdrachten waarbij je leerlingen goed moeten kijken of moeten observeren
* Praat over wat je ziet en wat je ermee kunt doek
* Geef een instructie waarbij het bord goed gebruikt wordt

Slide 25 - Slide

Lichamelijk-kinesthetisch
* Maak gebruik van bewegingsspelletjes om dingen aan te leren (begrippen kunnen bijvoorbeeld worden aangeleerd door middel van een liedje en een beweging)
* Gebruik materialen waarmee je leerlingen kunnen ontdekken dat elk materiaal specifieke eigenschappen heeft.
* Laat begrippen uitbeelden door middel van bewegingen of uitbeeldingen met het eigen lichaam
* Werk met verschillende soorten materialen, zoals schuurpapier, klei of zand.

Slide 26 - Slide

Muzikaal-ritmisch (Edzard)
* Bedenk allerlei (lichamelijke) activiteiten waarbij het gaat om maat, ritme en melodie
* Zing liedjes met je leerlingen
* Rijm veel
* Laat je leerlingen gedichten maken en vertellen op rijm
* Luister na een les wereldoriëntatie naar muziek uit andere landen of culturen

Slide 27 - Slide

Naturalistisch
* Besteed aandacht aan het weer:: kijken, bespreken, voorspellen
* Inventariseer wat voor bloemen er groeien
* Zaai in het voorjaar zaadjes en kijk samen wat eruit komt
* Bepaal in de zomer wat voor temperatuur het is en of je zonder jas naar buiten kan
* Bekijk en vergelijk in de herfst herfstbladeren

Slide 28 - Slide

Interpersoonlijk
* Maak gebruik van doe-activiteiten
* Plan activiteiten zoals toneel, mime, dansen, samen zingen en muziek maken
* Speel met elkaar: gezelschapsspelen, bewegingsspelen en teamsporten
* Plan kringgesprekken, discussierondes, verhaalkringen,   gezamenlijke interviews, muurkranten, het maken van schoolkranten, enzovoorts

Slide 29 - Slide

Intrapersoonlijk
* Bouw een rustmoment in het aanbod en de verwerking van de stof
* Geef alle leerlingen genoeg denktijd
* Laat je leerlingen een dagboek bijhouden
* Laat je leerlingen uitzoeken hoe hun familiestamboom eruitziet

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Planning:
Deze les gaan we:
  • Introductie
  • Waar sta jij?
  • Theorie
  • Praktische tips
  • Waar sta jij?
  • Afsluiting
Doelen:
Aan  het einde...
  • Kennen jullie de 8 intelligenties en weten wat het inhoudt.
  • Welke intelligenties bij jou passen.
  • Heb je praktische tips voor jouw onderwijs.

Slide 32 - Slide