L'adjectif

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

L'adjectif 

Het bijvoeglijk naamwoord 

Waar zegt het bnw iets over?

1. een werkwoord
2. een bijwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. een onderwerp

des adjectifs

des voitures bleues 

des petits chiens 

Vorm

mannelijk	vrouwelijk	m.meervoud	vr. meervoud
/	+ e	+ s	+ es

een kleine jongen

1. un petit garçon
2. un petite garçon

een klein meisje

1. une petit fille
2. une petite fille

kleine jongens

1. des petits garçons
2. des petites garçons

kleine meisjes

1. des petits filles
2. des petites filles

Bijzondere vrouwelijke vormen

goed	bon	bonne
mooi	beau	belle
nieuw	nouveau	nouvelle
oud	vieux	vieille

Let op ! Geen extra : 

		voorbeelden
e	als bnw eindigt op een -e	un objet rouge - une table rouge
s	als bnw eindigt al op een -s	un garçon français - des garçons français

mijn Franse neven

1. mes cousins français
2. mes cousins françaiss

Plaats 

Het bnw staat meestal ACHTER het znw. 

vb. une voiture bleue 

MAAR : er zijn uitzonderingen (die staan ERVOOR)  : 

beau, bon, joli

gros, grand, petit

jeune, vieux, nouveau 

premier, dernier, long, haut 

vb. une belle fille 

een rode jurk

1. une robe rougee
2. une robe rouge

een leuke kamer

1. une chambre joli
2. une jolie chambre

een lekkere taart

1. un bon gâteau
2. un gâteau bon

een nieuwe school

1. une école nouvelle
2. une nouvelle école

een oude spijkerbroek

1. un jean vieille
2. un vieux jean

een mooie rok

1. une belle jupe
2. une jupe beau