Statistische cyclus begrippen zelfstandig oefenen havo 4

Herhaling Statistische cyclus

4 havo wiskunde A
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Statistische cyclus

4 havo wiskunde A

Slide 1 - Slide

Instructie
Deze herhaling is bedoelt om te kijken hoe goed je de begrippen uit hoofdstuk 2 al kent. 
Er zijn open vragen, meerkeuze vragen en sleepvragen in verwerkt. 

Succes 

Slide 2 - Slide

Wat is geen fase van de statistische cyclus?
A
Hyptohese opstellen
B
Data verzamelen
C
Data analyseren
D
Conclusies trekken

Slide 3 - Quiz

Wanneer is een steekproef aselect?

Slide 4 - Open question

Nominaal
Ordinaal
Kwantitatief
Kwalitatitatief
Kwalitatitatief
haarkleur
Duits in pakket?
Gewicht
Reisafstand tot school
Telefoonnummer
Opleiding: vmbo/havo/vwo
Inkomen
Aantal sterren van een hotel
Beroep moeder
Gradaties van eenzaamheid
Aantal onvoldoendes: 1/2/>2
Leeftijd

Slide 5 - Drag question

Continu
Discreet
Lengte
Aantal leerlingen in een lesgroep
Leeftijd
Proefwerkcijfer
Snelheid
Temperatuur
Prijs van een worstenbroodje

Slide 6 - Drag question

Welk van de volgende centrummaten is gevoelig voor uitschieters?
A
Modus
B
Mediaan
C
Gemiddelde

Slide 7 - Quiz

Wat is geen centrummaat?
A
Gemiddelde
B
Standaardafwijking
C
Mediaan
D
Modus

Slide 8 - Quiz

Welk van de volgende centrummaten is ook bruikbaar bij kwalitatieve gegevens?
A
Modus
B
Mediaan
C
Gemiddelde

Slide 9 - Quiz

Wat kun je NIET bepalen met een boxplot?
A
Mediaan
B
Spreidingsbreedte
C
Kwartielafstand
D
Standaardafwijking

Slide 10 - Quiz

Hoe bereken je de interkwartielafstand?

Slide 11 - Open question

Waar of niet waar:
De standaardafwijking geeft een indruk van de gemiddelde afwijking van de waarnemingsgetallen tot het gemiddelde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat is waar bij een cumulatieve frequentiepolygoon met klassenindeling?
A
Op de verticale as staan percentages
B
Hij begint en eindigt op de horizontale as
C
Je verbind de punten met een vloeiende lijn
D
De frequenties worden uitgezet boven de rechtergrens van elke klasse

Slide 13 - Quiz

Een klassenindeling voor het gewicht van konijnen: [0,2>
Dit betekent:
A
van 0 tot 2
B
van 0 tot 1
C
van 0 tot en met 2
D
van 0 tot en met 1

Slide 14 - Quiz

Gegeven klassenindeling [0,10>,
[10,20>, [20,30>, [30,40>.
Het waarnemingsgetal 30 hoort in de klasse:
A
[20,30>
B
[30,40>
C
In de modale klasse
D
Dat kun je niet weten

Slide 15 - Quiz

Wat is niet waar?
A
De klassenbreedte is 0,5.
B
De modale klasse is 6,5-7,5.
C
De klassen moeten dezelfde breedte hebben.
D
Er is niet goed geturfd in deze klassenindeling.

Slide 16 - Quiz

Wat voor figuur zie je hiernaast?
Op de verticale as staan percentages.
A
normale frequentie polygoon
B
cumulatieve frequentie polygoon
C
relatieve frequentie polygoon
D
relatieve cumulatieve frequentie polygoon

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen een frequentiepolygoon en een cumulatieve frequentiepolygoon?

Slide 18 - Open question

Van 200 konijnen is het gewicht normaal verdeeld met een gemiddelde van 2,1 kg en een standaardafwijking van 0,3 kg.

Sleep de getallen naar de juiste plek.
2,1
1,8
1,5
1,2
2,4
2,7
3,0

Slide 19 - Drag question

symmetrische verdeling
uniforme verdeling
meertoppige verdeling
rechts-scheve verdeling
links-scheve verdeling

Slide 20 - Drag question

Sleep cumulatieve verdeling en boxplot bij juiste verdeling

Slide 21 - Drag question

Klaar!
Hierna komt nog 1 vraag. Deze gaat over hoeveel vertrouwen jij hebt in de toets wiskunde tijdens de komende toetsweek. 

Slide 22 - Slide

Ik heb vertrouwen in de wiskunde toets
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Aan de slag
laptop afsluiten
Wat?
Kennis- en vaardigheden toets.

Hoe?
zelfstandig





Slide 24 - Slide