5.5 + 5.6

Planning
1. herhaling
2. opdracht
3. uitleg
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning
1. herhaling
2. opdracht
3. uitleg

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
1. Wat wordt er bedoeld met het centrale zenuwstelsel?

2. Wat is een reflex?
timer
1:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen 5.4 Gedrag
- Je kunt uitleggen wat gedrag is


- Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uitlegfilmpje

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Gedrag
  • Alles wat mensen en dieren doen is gedrag.
    Bijv. Lachen, slapen, eten, dansen, schreeuwen enz.

  • Gedrag bestaat uit handelingen.
Dit is een aantekening

Slide 6 - Slide

Gedrag is in essentie alles wat dieren en mensen doen. Of het nu dansen is, schreeuwen, eten of slapen. Dit is allemaal gedrag.

En gedrag bestaat uit verschillende handelingen. Denk aan eten, je moet het vinden, voorbereiden op eten en afruimen als je klaar bent.
Opdracht
Teken een stripverhaal van 4 vakjes waarin je de volgende 5 begrippen verwerkt:
1. Inwendige prikkel
2. Uitwendige prikkel
3. Motivatie
4. Aangeboren gedrag vs. sociaal gedrag
5. Waarden en normen & interpretatie
Tip; lees 5.5
Tips
Schrijf korte tekstwolkjes bij de tekeningen.

Laat zien hoe en waarom iemand iets doet.

Voor interpretatie: laat twee personen anders reageren op hetzelfde gedrag.
timer
1:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Prikkels
Een prikkel is een invloed uit de omgeving, die een reactie kan oproepen. 
  • Als de informatie over een verandering uit je lichaam komt, gaat het om een inwendige prikkel.
  • Als het informatie is over een verandering buiten je lichaam, dan is het een uitwendige prikkel.
De reactie die opgeroepen wordt, noem je de respons

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Motivatie
Respons: reactie op een prikkel.
  • Inwendige reactie: een prikkel die in het lichaam ontstaat
  • Uitwendige reactie: een prikkel van buiten het lichaam.

Motivatie: de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aangeboren gedrag
  • Gedrag dat je vanaf de geboorte al hebt, heet aangeboren gedrag.
  • Aangeboren gedrag, vergroot de kans om te overleven

  •  Reflexen zijn aangeboren.
  • Hier zie je de zuigreflex. Dit hoef je dus niet te leren, maar kan je automatisch.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.

Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.

Welke signalen kan jij bedenken?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Waarden en normen
  • Waarden zijn wat we belangrijk vinden.
  • Normen zijn de  voor ons gedrag die daarbij horen.

Bijvoorbeeld
waarde: respect voor elkaar hebben
norm: je laat elkaar uitpraten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Interpretatie
De betekenis van het gedrag

Hond kwispelt staart (observatie)
=
Hond is blij
(interpretatie)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lezen 5.6
timer
1:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions