3.6 c spreken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

📢 Welkom! 🎒

📱 → Kluisje (je overleeft het, beloofd 😉)

✏️ → Spullen op tafel

🚀 → We gaan beginnen!

• Wat weet je al?
  
• doel
• opdrachten
• afsluiting
  

Lesopbouw

Wat is belangrijk bij het voorbereiden van een spreekbeurt?

Hoe heb je je spreekplan opgebouwd?

Wat weet je al?

Je leert hoe je je stem en lichaamstaal effectief gebruikt tijdens een spreekbeurt.

Je leert hoe je een spreekbeurt beoordeelt aan de hand van een rubric. (en waar je dus zelf op moet letten)

doel

Stem en lichaamstaal

Goede spreekbeurten zijn niet alleen goed georganiseerd, maar de manier waarop je spreekt en je lichaam gebruikt maakt ook een groot verschil.

Wat ga je leren?

1. Stemgebruik: Praat je luid genoeg? Gebruik je variatie in toon? Heb je een rustige ademhaling?

2. Lichaamstaal: Sta je rechtop? Kijk je naar je publiek? Beweeg je?

3. Feedback geven: Je leert hoe je andere leerlingen beoordeelt aan de hand van een rubric.

opdracht

samenhang

Mijn presentatie is geen samenhangend geheel.

Mijn presentatie heeft wel een duidelijke lijn, maar ik maak die nog niet altijd voldoende duidelijk voor het publiek.

Ik zorg voor een aantrekkelijke inleiding, een sterk slot en ik maak de lijn van mijn verhaal duidelijk zonder eentoninig of belerend over te komen.

Ik heb mijn tekst duidelijk gestuctureerd en ik maak mijn structuur ook met behulp van signaalwoorden duidelijk voor mijn publiek.

A

B

C

D

afstemming op doel

Ik kan mijn doel combineren met andere doelen. Zo kan ik informatie geven in mijn betoog of iets met humor uitleggen.

Ik houd me niet aan het doel van de presentatie.

Ik kan verschillende doelen tegelijk hebben en er daarbij voor zorgen dat mijn publiek mijn verhaal nog wel kan volgen.

Ik houd me aan mijn doel en zorg ervoor dat mijn publiek dat ook weet.

A

B

C

D

houding

Ik houd me niet aan het doel van de presentatie.

Ik kijk het publiek niet aan.

Ik houd me aan mijn doel en zorg ervoor dat mijn publiek dat ook weet.

A

B

C

D

opdracht

rubric

Geef een mini presentatie in tweetallen.

Beoordeel elkaar aan de hand van de rubric.

Mini presentatie

afsluiting

Ik weet waar ik aan moet denken

als ik een presentatie geef.