Unit 2 les 2 Past simple

Previous lesson
Previous lesson: the United Kindom and Great Britain

Check homework 


1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Previous lesson
Previous lesson: the United Kindom and Great Britain

Check homework 


Slide 1 - Slide

Lesson goals:
By the end of this lesson you know:

Words that make it possible to describe the appearance of things.

How to explain that something happened in the past ( verleden tijd)

Slide 2 - Slide

Page 83 and exercise  1   and  2
Words

Slide 3 - Slide

 Lesson 2.2
Exercises  3 and 4 

3) listen to Zipworld
4)   In de US en de UK  wordt : 
  • Lengte aangegeven in feet en inches.
  • Gewicht in pounds
  • Afstand in miles 




Slide 4 - Slide

Past simple

Slide 5 - Slide

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.

The past simple is what in Dutch is called the "verleden tijd".

Slide 6 - Slide

Waaraan zie je dat het om een verleden tijd gaat ? 
'signaalwoorden"
Deze woorden helpen je om te herkennen dat het om een verleden tijd gaat:

  • yesterday
  • last week/year
  • a month ago
  • when I was young

Slide 7 - Slide

Regelmatige werkwoorden 
+   Voeg - ed toe aan de stam van het werkwoord. 
?  Did + stam van het werkwoord
-   Didn't + stam van het werkwoord

Yesterday he walked in the rain ( dus geen S bij he/she/it ). walk -> walked

Slide 8 - Slide

 Let op spelling

Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + Y >  dan verandert de -y in -ie: I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y: I play - I played

Slide 9 - Slide

              let op SPELLING   

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: I live - I lived

De laatste medeklinker wordt verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Slide 10 - Slide

Verleden tijd - onregelmatige werkwoorden
 Ik LOOP -> ik LIEP   (niet ik LOOPTE)

Ook in het Engels hebben sommige werkwoorden in de verleden tijd hun eigen vorm:



Slide 11 - Slide

Onregelmatige werkwoorden 
Er zijn geen regels  voor de onregelmatige werkwoorden. Je moet ze gewoon uit het hoofd leren! 
BLZ 81 en 254

Samen: opdracht 5

Slide 12 - Slide

Verleden tijd - Vragen 



Did + hele werkwoord 
Did you walk to school yesterday?

Verleden tijd- Ontkenningen



Didn't + hele werkwoord :
You didn't walk to school yesterday.

Slide 13 - Slide

Onregelmatige werkwoorden > LEREN!!!!!!!
Let op het werkwoord to be:
Dit heeft 2 vormen in de verleden tijd:

  • was bij  enkelvoud: He wasn't at school yesterday
  • were bij meervoud : Were you at school yesterday?

Hierbij hoef je dus GEEN did of didn't  te gebruiken bij vraagzinnen of ontkenningen !!!!!!!

Slide 14 - Slide

Homework 
Together  6 + 7
 Exercises 5, 6, 7 in your BOOK 
8, 9, 10 ONLINE
   Choose: 12 of 13 (ONLINE)
              Done? Test yourself !

Slide 15 - Slide

Previous lesson
Past simple - Verleden tijd 

Read page 84
Check exercises 6 and 7
Any questions?

Slide 16 - Slide

Onregelmatige werkwoorden > LEREN!!!!!!!
Let op het werkwoord to be:
Dit heeft 2 vormen in de verleden tijd:

  • was bij  enkelvoud: He wasn't at school yesterday
  • were bij meervoud : Were you at school yesterday?

Hierbij hoef je dus GEEN did of didn't  te gebruiken bij vraagzinnen of ontkenningen !!!!!!!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide