This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oefenvragen hoofdstuk 3
Chili brand en beeft
Slide 1 - Slide
Vandaag
- Herhalen m.b.v. vragen
- afronden paragraaf 4
Slide 2 - Slide
Iemand doet twee uitspraken: I Een aardbeving van 5 op de Schaal van Richter is tien keer zo zwaar als een aardbeving van op 4 op de Schaal van Richter. II Soms ontstaan aardbevingen en tsunami’s in Chili op hetzelfde moment, maar meestal niet.
A
Uitspraak I is juist. Uitspraak II is onjuist
B
Beide uitspraken zijn juist
C
Beide uitspraken zijn onjuist
D
Uitspraak I is onjuist
Uitspraak II is juist
Slide 3 - Quiz
Welke begrippen hebben te maken met aardbevingen in Chili
A
Convergentie, oud gebergte, subductie
B
Divergentie, jong gebergte, tsunami
C
Divergentie, oud gebergte, subductie
D
Convergentie, subductie, tsunami
Slide 4 - Quiz
Een seismisch gat is:
A
een groot gat voor de kust van Chile waar veel tsunami’s voorkomen.
B
een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen.
C
een gebied waar door de vele vulkanen veel seismische trillingen ontstaan.
D
de naam die in Chile wordt gegeven aan grote aardbevingen waarbij gaten in de grond ontstaan.
Slide 5 - Quiz
Waar ontstaan de meeste vulkanen op aarde?
A
bij convergentie van een oceanische en een continentale plaat
B
bij convergentie van twee continentale platen
C
bij divergentie van twee platen
D
midden op platen
Slide 6 - Quiz
Iemand doet twee uitspraken: I Het eiland het verst weg van een hotspot is het oudste eiland van de hotspot-archipel. II Het voorkomen van hotspots in de Grote Oceaan is een van de verklaringen voor het ontstaan van warme zeestromen.
A
Uitspraak I is juist. Uitspraak II is onjuist
B
Beide uitspraken zijn juist
C
Beide uitspraken zijn onjuist
D
Uitspraak I is onjuist
Uitspraak II is juist
Slide 7 - Quiz
Bij aardrijkskunde kunnen we een land vanuit verschillende dimensies bestuderen. Vanuit welke dimensie kijken we naar Chili als het gaat over aardbevingen en vulkanen?
A
Fysische dimensie
B
Sociaal-culturele dimensie
C
Politieke dimensie
D
Demografische dimensie
Slide 8 - Quiz
Stratovulkaan
Schildvulkaan
Stroperig magma
Effusief
Explosief
Vloeibaar magma
Slide 9 - Drag question
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Bij hotspots ontstaan meestal schildvulkanen.
2. Bij schildvulkanen kan ook sprake zijn van pyroclastische stromen
3. Een verstopte kraterpijp is een oorzaak van explosieve vulkaanuitbarstingen.
4. Metamorf gesteente ontstaat door vulkanisme.
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist
Juist
Juist
Juist
1
2
3
4
Slide 10 - Drag question
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming / plooiing
Aardbevingen
Slide 11 - Drag question
Sleep de begrippen naar de juiste plek.
Je houdt begrippen over
Gesteentesoort
Gesteentesoort
Stratovulkaan
Oceanische korst
Continentale korst
Trog
Mantel
Subductie
Basalt
Graniet
Opstijgend magma
Schildvulkaan
Marmer
lava
Slide 12 - Drag question
Bekijk de afbeelding Leg uit hoe deze krater is ontstaat als gevolg van een uitbarsting. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 13 - Open question
Het eiland Hawaii maakt deel uit van een keten van eilanden midden in de Grote Oceaan. Deze keten van eilanden wordt de Hawaiirug genoemd. Beschrijf het ontstaan van deze keten van eilanden.
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Afronding paragraaf 4
Slide 16 - Slide
Natuur- & Milieurampen
Natuurrampen
Oorzaak: Extreem natuurlijk fenomeen
Voorbeeld:
- Orkaan
- Tornado
- Vulkaanuitbarsting
- Tsunami
Milieurampen
Oorzaak: Mens
Voorbeeld:
- Overbeweiding
- Uitdroging (Aralmeer)
- Ontbossing
Maar: Combinatie vaak belangrijk!
Slide 17 - Slide
Milieuproblemen
B139
1. Milieuvervuiling
2. Milieu-uitputting
3. Milieuaantasting
1.
Milieuvervuiling: Vervuiling van de natuurlijke omgeving van mensen (water, lucht en bodem).
2.
Milieu-uitputting: Als de natuurlijke voorraad van iets afneemt (en zelfs opraakt), omdat mensen het gebruiken.
3.
Milieuaantasting: Als de kwaliteit van de natuurlijke omgeving vermindert door (te) grote veranderingen.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Opgave 5
Zalmkwekerijen zijn niet duurzaam omdat
Er sprake is van milieuvervuiling door antibioticagebruik.
Zalm hoort van nature niet thuis in deze omgeving, als een zalm ontsnapt wordt het ecosysteem verstoord.
Algengroei leidt tot aantasting visbestand
Slide 20 - Slide
Demografie
Demografie = Wetenschap die de bevolkingsaantallen bestudeert.
Geboorte- en sterftecijfers
Immigratie en emigratie
Bevolkingsgroei of -afname
Kenmerken van de bevolking (leeftijd, geslacht, opleiding, etc.)
Slide 21 - Slide
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
geboortecijfer - sterftecijfer
hoger geboortecijfer dan sterftecijfer = geboorteoverschot
hoger sterftecijfer dan geboortecijfer = sterfteoverschot
Slide 22 - Slide
Demografie
natuurlijke veranderingen
geboortecijfer
geboorte overschot
sterftecijfer
sterfte overschot
migratie
vestigingoverschot
vertrekoverschot
natuurlijke bevolkingsgroei
migratiesaldo
absoluut <-- getallen --> relatief
aantallen/hoeveelheden percentages/ promillages
per 100 per 1000
Slide 23 - Slide
opgave 8: Verstedelijking enkele begrippen:
Urbanisatiegraad = het percentage stedelingen in een land Ruraal-urbane migratie = migratie van platteland naar stad
ruraal= platteland
urbaan=stedelijk urbanisatietempo = de snelheid waarmee de urbanisatiegraad toeneemt. Krottenwijken (bidonville/slum/favela): wijken waar bewoners zelf illegaal een huis hebben gebouwd.
Slide 24 - Slide
Hoe ........... een land, hoe ...............de verstedelijkingsgraad/urbanisatiegraad.