Skills - motiverende activerende gespreksvoering

Deel 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Deel 1

Slide 1 - Slide

Motiverende activerende gespreksvoering 

Slide 2 - Slide

Doelen 
  • De student kan van motiverende/activerende de aspecten benoemen volgens (Soonuis, 2017)
  • De student kan motiverende/activerende gespreksvoering toepassen volgens (Soonuis, 2017) 
  • De student kan beoordelen of de motiverende/activerende gespreksvoering op de juiste wijze is toegepast aan de hand van het gegeven observatieformulier. 

Slide 3 - Slide

Filmpje situatie 1
kijkvragen
- Hoe voel je je als patient als de verpleegkundige zo handelt?
- Wat zou een reden kunnen zijn dat de verpleegkundige zo handelt? 
- Wat vind je van deze situatie?
- Hoe zou jij het doen? 

Link: https://www.youtube.com/watch?v=kNuc71sYpu8&feature=youtu.be

Slide 4 - Slide

Filmpje situatie 2
- Wat is jouw mening over filmpje 2?
- Hoe vind jij dat de verpleegkundige heeft aangepakt? onderbouw dit. 
- Hoe heeft de verpleegkundige de motiverende/activerende gesprekvoering aangepakt? onderbouw dit. 
- Wat voel je bij deze situatie? 

Link: https://www.youtube.com/watch?v=5DSdWzqWJuI&feature=youtu.be

Slide 5 - Slide

De principes van motiverende gespreksvoering

Slide 6 - Mind map

QUIZZ TIME!

Slide 7 - Slide

Intrinsieke motivatie komt van buitenaf
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Extrinsieke motivatie komt van binnenuit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Intrinsieke motivatie is de sterkste vorm van motivatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is een belangrijke oorzaak voor het belemmeren van veranderingen?
A
Communicatie
B
Weerstand

Slide 11 - Quiz

Salaris ontvangen zorgt voor extrinsieke motivatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Motiverende gespreksvoering is ontstaan...
A
Voor mensen met een beperking
B
Voor mensen met verslaving

Slide 13 - Quiz

Welke vraag onderzoek je om de ander te motiveren?
A
Wat brengt de ander in beweging?
B
Welke extrinsieke motivatie heft de ander nodig?

Slide 14 - Quiz

Valkuilen bij motiveren zijn..
A
De ander willen redden en hoge verwachtingen hebben
B
De ander willen redden en lage verwachtingen hebben

Slide 15 - Quiz

Filmpje!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Vragen filmpje
- Wat doet dit filmpje met je?
- Heb je nu een ander kijk op in je leven, zo ja wat?
- Heeft dit filmpje een motiverende doeleinde? 
- Wat zou je na dit filmpje anders doen? 

Slide 18 - Slide

Pauze!
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Tips - Motiverende gespreksvoering
- Door het stellen van vragen erachter komen wat de ander tegen houdt. (onderzoeken)
- Zoek aansluiting bij interesses, wensen of de behoefte van de client. 
- Doorvragen en actief luisteren goed afwisselen
- Samenvatten (regelmatig) om te kijken of je op dezelfde lijn zit met de client
- Uiteindelijk op zoek gaan naar keuzemogelijkheden / stimuleren en ondersteunen om een keuze te maken/
- Valkuilen vermijden

Slide 20 - Slide

Deel 2

Slide 21 - Slide

Herhaling en verrijking (differentatie)
Groepje oranje: groepje oranje gaat herhalen 

Groepje groen: groepje groen gaat verrijking doen 

Slide 22 - Slide

Intrinsieke motivatie komt van buitenaf
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Een beetje dwingen kan soms best helpen om iemand te motiveren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Welke vraag onderzoek je om de ander te motiveren?
A
Wat brengt de ander in beweging?
B
Welke extrinsieke motivatie heft de ander nodig?

Slide 25 - Quiz

Motiverende gespreksvoering is ontstaan...
A
Voor mensen met een beperking
B
Voor mensen met verslaving

Slide 26 - Quiz

Extrinsieke motivatie komt van binnenuit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Intrinsieke motivatie is de sterkste vorm van motivatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Wat is een belangrijke oorzaak voor het belemmeren van veranderingen?
A
Communicatie
B
Weerstand

Slide 29 - Quiz

Salaris ontvangen zorgt voor extrinsieke motivatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Casus naspelen
Patiënt, een 20 jarige jonge dame, meldt zich aan op advies van de huisarts en onder druk van haar ouders. Patiënt gebruikt dagelijks 6-8 eenheden alcohol met uitschieters in de weekenden van 15 eenheden. Daarnaast gebruikt zij  2-3 keer per week 1-2 gram cocaïne (snuiven). 

Patiënt geeft aan last te hebben van spanningsklachten en een negatieve stemming. Haar cocaïnegebruik ervaart zij als overmatig en hier wil zij graag mee stoppen. Ten aanzien van het veranderen van haar alcoholgebruik is hij ambivalent. Drinken heeft voor patiënt een sterk sociaal aspect (in de weekenden met vrienden naar het café) maar ook heeft zij het gevoel de alcohol nodig te hebben om met zijn negatieve stemming en de spanningen thuis om te kunnen gaan. 

Slide 31 - Slide

Afsluiting

Slide 32 - Slide