• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

H4 - Literatuur cursus 4

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Cursus 4 - het lezen van gedichten
  • presentatie
  • samenhang door herhaling 
  • vormkenmerken 
  • wie is er aan het woord? 

Slide 3 - Slide

versregel 

witregel 




{
strofe 

Slide 4 - Slide

Enjambement 
Als een versregel wordt afgebroken op een plaats waar dat 'normaal' niet zou gebeuren. De woorden voor en na de afbreuk krijgen daardoor meer nadruk. 

Slide 5 - Slide

4.2 Samenhang door herhaling 
In een gedicht ontstaat samenhang door herhaling. Herhaling kan op verschillende manieren ontstaan. Zo kan de inhoud van het gedicht zich herhalen, er kan rijm gebruikt worden en er zit vaak een metrum in gedichten. 

Slide 6 - Slide

Tim Hofman
Samenhang: 

Inhoud: bepaalde woorden of situaties keren terug. In Tripolair zijn dat vormen en het 'anders zijn'. 

Rijm: herhaling van klanken. Je hebt verschillende vormen van rijm. In Tripolair zie je onder andere: gepest-rest, met-meer. 

Metrum: de vaste afwisseling van sterk en zwak beklemtoonde lettergrepen. Een metrum is regelmatig. Denk aan: Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan. Er zijn verschillende soorten metrum. Moderne gedichten hebben vaak geen metrum. Er is dan sprake van ritme: er zit geen regelmaat in de (on)beklemtoning van woorden. 

Slide 7 - Slide

Rijm 
volrijm 
De beklemtoonde klinker en de daarop volgende medeklinker(s) klinken gelijk. Kinderen - hinderen, bloot - dood, gesprek - hek 

halfrijm 
  • assonantie = beklemtoonde klinkers klinken gelijk. Behaarde - lichaam 
  • alliteratie = beginmedeklinkers van beklemtoonde woorden zijn gelijk. Languit - liggend 

Slide 8 - Slide

Zoek: 
  1. Volrijm
  2. Assonantie (klinkers)
  3. Alliteratie (beginmedeklinker)

Slide 9 - Slide

Rijm
Als de laatste woorden van van een versregel op elkaar rijmen, is er sprake van eindrijm. Als er eindrijm is, kan je een rijmschema opstellen. Je geeft dan de woorden die op elkaar rijmen dezelfde letter. 

Gekruisd rijm = abab
Gepaard rijm = aabb 
omarmend rijm = abba 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

De hoeveelheid versregels binnen een strofe bepalen de strofevorm:  
  • distichon (twee versregels)
  • terzine (drie versregels)
  • kwatrijn (vier versregels)
  • kwintet (vijf versregels)
  • sextet (zes versregels)
  • septet (zeven versregels)
  • octaaf (acht versregels) 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wie is er aan het woord?
Vaak is er een ik-figuur aanwezig in een gedicht. Dat is niet de dichter: je noemt deze verteller simpelweg 'ik-figuur'. 

Als je in een gedicht een ik-figuur treft die duidelijk voor jou zijn gevoels verwoord, dan noem je dat een lyrisch-ik. 

Slide 14 - Slide

More lessons like this

OKA 4V1 Lessen module 4

October 2024 - Lesson with 32 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

4HV/ 5V Poezie

September 2019 - Lesson with 11 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

4HV Poezie

December 2022 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

poëzie voor Megan

January 2025 - Lesson with 19 slides

Les 12/13 Soorten rijm namen van de verschillende strofen rijmschema's metra

February 2023 - Lesson with 31 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

Poëzie les 2

May 2020 - Lesson with 14 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

poëzie-analyse 2

November 2021 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Het lezen van gedichten

March 2021 - Lesson with 26 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings