oefenen voor de toets

programma
  • werkwoorden oefenen voor de toets
  • leerblad werkwoorden uitdelen
  • poll ?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

programma
  • werkwoorden oefenen voor de toets
  • leerblad werkwoorden uitdelen
  • poll ?

Slide 1 - Slide

tegenwoordige tijd
ik loop
ik word
jij loopt
jij wordt
wij lopen
wij worden
loop jij 
word jij 

Slide 2 - Slide


Welk team … de wedstrijd zaterdag, denk je? (winnen)

Slide 3 - Open question

Morgen ..........… het vlees, dus dat moet vandaag op. (bederven)

Slide 4 - Open question

Morgen ….. je om tien uur opgehaald voor kamp. (worden)

Slide 5 - Open question

verleden tijd. 

  
Denk aan ’t kofschip.

Slide 6 - Slide

Ik …........ op zaterdag vaak met mijn vader. (vissen)

Slide 7 - Open question

De dj … erg goed op het feestje. (draaien)

Slide 8 - Open question

Gister ....…… ik heel hard om het verlies. (huilen)

Slide 9 - Open question

voltooid deelwoord.  

Slide 10 - Slide

Je hebt mij .......… met je mooie lach. (betoveren)

Slide 11 - Open question

De jongen heeft zijn oma met een onverwacht bezoekje …. (verrassen)

Slide 12 - Open question

Het kleine egeltje werd … door de koplampen van de auto. (verblinden)


Slide 13 - Open question

Spelling 

Slide 14 - Slide

Welke sin iz faut?
A
Het brood wordt gegeten door mij.
B
Vader dommelt een beetje na een dag hard werken.
C
Pieter verveelt zich tijdens de les.
D
Anja voeldt zich niet thuis in de nieuwe flat.

Slide 15 - Quiz

Welke sin iz faut?
A
Dirk let steeds vaker niet op in de les.
B
In het Fries worden woorden anders uitgesproken
C
Deze oorlog word op de computer uitgevochten.
D
De overheid neemt afscheid van het basiswerk

Slide 16 - Quiz

Welke sin iz faut
A
De boer heeft het hele land geploegd.
B
Erik betaaldde weer zijn rekeningen niet op tijd.
C
De vis kronkelt op het droge.
D
Ze waren moe, maar hielden het allemaal goed vol.

Slide 17 - Quiz

Welke sin iz faut
A
Moeder roerdt met een houten lepel in de saus.
B
Piet heeft het zo niet bedoeld.
C
Vanaf de tribune aanschouwt hij de wedstrijd..
D
Hans was nog nooit op de maan geweest.

Slide 18 - Quiz

Welke zin is goed
A
Mochd je het schilderij willen bekijken, het hangt in een museum in Amsterdam.
B
Mogt je het schilderij willen bekeken, het hangt in een museum in Amsterdam.
C
Mocht je het schilderij willen bekijken, het hangt in een museum in Amsterdam.
D
Mocht je het schilderij willen bekeken, het hangt in een museum in Amsterdam.

Slide 19 - Quiz

Welke zin is goed
A
Het blijft moeilijk om een record te verbeeteren
B
Het blijfd moeilijk om een record te verbeeteren
C
Het blijft moeilijk om een record te verbeteren
D
Het blijfd moeilijk om een record te verbeteren.

Slide 20 - Quiz

zet de zin in de juiste volgorde

Slide 21 - Slide

hebben een moeilijke toets vandaag de jongens van de klas.

Slide 22 - Open question

op rood alle stoplichten staan de hele dag.

Slide 23 - Open question

werkwoord invullen

Slide 24 - Slide

Ik heb aan de docent … wanneer de toets plaats zal vinden.

Slide 25 - Open question

Gistermiddag heb ik mijn training helaas …..........

Slide 26 - Open question

meervoud maken

Slide 27 - Slide

één pizza – twee …

Slide 28 - Open question

één veldmuis – twee

Slide 29 - Open question

één regenboog – twee …

Slide 30 - Open question

More lessons like this