2.2 Instructieve teksten luisteren

LUISTEREN EN KIJKEN
HOOFDSTUK 2



2.2
INSTRUCTIEVE TEKSTEN
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

LUISTEREN EN KIJKEN
HOOFDSTUK 2



2.2
INSTRUCTIEVE TEKSTEN

Slide 1 - Slide

LUISTEREN EN KIJKEN 
2.2 Instructieve teksten
Planning: 
  • Bespreken resultaten 2.1 en korte terugblik
  • Behandelen theorie 2.2 Instructieve teksten

  • Online opdracht 2 en examenopdracht maken

Slide 2 - Slide


DOEL
AAN HET EINDE VAN DE LES BEGRIJP JE  DE BELANGRIJKSTE AANWIJZINGEN UIT EEN DEMONSTRATIE OF INSTRUCTIE

Slide 3 - Slide

VOORBEELD

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

KORTE TERUGBLIK

Slide 6 - Slide

Theorie
Informatieve teksten kunnen twee doelen hebben:
uiteenzettend: de informatie wordt op een neutrale toon gegeven           
 nieuwsberichten

beschouwend: de luisteraar wordt vanuit verschillende kanten geïnformeerd, zodat hij zich een mening kan vormen
 documentaires en reportages

Slide 7 - Slide

Informatieve teksten kunnen twee doelen hebben: uiteenzettend en beschouwend.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quiz

In beschouwende teksten kunnen meningen worden verwoord van meerdere partijen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quiz

Voorbeelden van informatieve teksten zijn:
A
het journaal, reclamefilmpjes en series
B
nieuwsberichten, documentaires en reportages
C
speelfilms, documentaires en filmpjes van influencers

Slide 10 - Quiz

THEORIE 2.2

Slide 11 - Slide

Theorie
Een instructie heeft vaak de volgende kenmerken:
  • in de inleiding wordt het onderwerp van de instructie genoemd
  • de instructie bestaat uit een aantal aanwijzingen
  • de aanwijzingen zijn concrete stappen die je vaak in een vaste volgorde moet uitvoeren

Slide 12 - Slide

Theorie
Let ook op:
Signaalwoorden, geven de volgorde aan hoe de instructie uitgevoerd moet worden.
woorden als: ‘de eerste stap’, ‘daarna’, ‘uiteindelijk’

Werkwoorden geven aan wat je precies moet doen. 
voorbeelden zijn: ‘Haal de hendel naar beneden’ of ‘Leg een knoop in de theedoek’


Slide 13 - Slide

Theorie
In de praktijk kun je uitleg krijgen aan de hand van een demonstratie. Dit betekent dat iemand de ander laat zien hoe iets werkt.
Hierbij is het ook van belang dat je goed moet luisteren en goed moet kijken.

Een instructie of demonstratie kun je ook beknopt samenvatten. Noteer dan alleen het onderwerp en het doel en noteer in steekwoorden de verschillende stappen van de instructie of demonstratie.


Slide 14 - Slide

VOORBEELD

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

VRAGEN

Slide 17 - Slide

Een filmpje van Nikkie over
hoe je make-up kunt
aanbrengen is een:
A
BETOOG
B
BESCHOUWING
C
DEMONSTRATIE

Slide 18 - Quiz

Het doel van een instructie is het overtuigen van de luisteraar, zodat hij zich een mening kan vormen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 19 - Quiz

OEFENEN

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat te doen:
Online opdracht 2 en examenopdracht maken 


VOLGENDE WEEK:
2.3 Betogende teksten

Slide 23 - Slide