H4.3: Wereldwijd produceren en consumeren

H4.3: Wereldwijd produceren en consumeren

Ga rustig zitten
Pak je laptop erbij
Login op de Lesson Up
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4.3: Wereldwijd produceren en consumeren

Ga rustig zitten
Pak je laptop erbij
Login op de Lesson Up

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen:
  • Herhaling van paragraaf 2
  • Lesdoelen bespreken
  • Uitleg paragraaf 3

Slide 2 - Slide

Wat verandert er in de voedselindustrie?
Best veel. We kijken naar schaalvergroting, intensivering en biologisch voedsel.
Biologisch
Biologische landbouw gebruikt minder bestrijdingsmiddelen en geeft dieren meer ruimte.
Schaalvergroting
Bedrijven maken heel veel van hetzelfde soort voedsel. Ze kunnen dit zo veel efficiënter doen
Intensivering
Bedrijven die aan intensivering doen gebruiken kennis en geld voor een hogere opbrengt. Dit zit vol met moderne technologie.

Slide 3 - Slide

Akkerbouw vroeger
veel biodiversiteit (verschillende soorten planten en dieren)

Slide 4 - Slide

Schaalvergroting
  • Bij schaalvergroting maken ze een heel groot bedrijf wat één soort voedsel produceert.

  • Dit scheelt geld. Boeren hoeven zo minder verschillende machines aan te schaffen om al het werk te doen.

  • Ook proberen de boeren zoveel mogelijk opbrengst te halen van een dier of een hectare grond. Dit heet intensivering

  • Door maar één gewas te laten groeien, neemt de biodiversiteit af. Dat betekent dat er minder soorten planten en dieren voorkomen op aarde. Gewassen of dieren waar we niets aan hebben, sterven uit.
Schaalvergroting
 Dit is makkelijk voor de
  boeren. Ze kunnen enorme
  stukken land in één keer
 oogsten. Alleen groeit
hier ook niks anders meer.
Zonder schaalvergroting
Hier groeien veel meer
soorten planten. Dit is goed  
voor de biodiversiteit, maar    
het werk van de boer    
wordt wel moeilijker  
en duurder

Slide 5 - Slide


Intensivering
  • Bedrijven die aan intensivering doen, proberen zoveel mogelijk uit een stuk land of een dier te halen
  • Daarvoor gebruiken ze de wetenschap en dure machines

Intensivering

  Deze boer gebruikt een
  drone om heel precies
 te bepalen hoeveel mest
er op zijn land komt
Intensivering

Al deze koeien worden in één 
keer gemolken door een   machine. Dat scheelt de  
boer veel werk. Hij kan nu   meer koeien houden

Slide 6 - Slide

Duurzame voedselproductie 
1. Minder weggooien 
2. Biologische landbouw (geen / minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken)

3. Genetische modificatie (gewassen aanpassen zodat ze tegen droogte en ziekten kunnen). 

4.Ruimte besparen door voedselfabrieken (optimaal licht + efficiënter watergebruik)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Groente/Fruit, vroeger en nu. 

Slide 9 - Slide

Groente/Fruit, vroeger en nu. 

Slide 10 - Slide

Groente/Fruit, vroeger en nu. 

Slide 11 - Slide

Groente/Fruit, vroeger en nu. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Koppel de tekstjes en foto's aan de juiste
manier van voedsel verbouwen.
Biologisch    
Schaalvergroting


.
Intensivering
Dit vind ik zelf
het beste idee!
Goed voor dieren, slecht voor de voetafdruk
Gigantische bedrijven zijn efficiënter

Slide 14 - Drag question

4.3: Wereldwijd produceren en consumeren
Leerdoelen:
  • Je weet hoe een productieketen in elkaar zit.
  • Je begrijpt waardoor een mondiale productieketen leidt tot uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling.
  • Je kan een voorbeeld geven van cradle-to-cradle gemaakte producten

Slide 15 - Slide

Uit welk land komt jouw laptop vandaan?

Slide 16 - Open question

Complex apparaat dat bestaat uit meerdere onderdelen

Slide 17 - Slide

Productieketen van een laptop
Stap 1
Ontwerpen
Stap 2
Verzamelen grondstoffen
Stap 3
Fabriceren
(half-fabriceren)
Stap 4
Distributie
Stap 5
Verkoop
Stap 6
Feedback

Slide 18 - Slide

Laptop op wereldreis
Herhaling: 
Periferie
Semi-periferie
Centrum

Slide 19 - Slide

Productieketen van een laptop
Stap 1
Ontwerpen
Stap 2

Stap 3
Fabriceren
(half-fabriceren)
Stap 4

Stap 5
Verkoop
Stap 6
Feedback
Stap 7

Slide 20 - Slide

Productieketen van een laptop
Stap 1
Ontwerpen
Stap 2
Verzamelen grondstoffen
Stap 3
Fabriceren
(half-fabriceren)
Stap 4
Distributie
Stap 5
Verkoop
Stap 6
Feedback
Stap 7
Recyclen

Slide 21 - Slide

Productieketen:
A
De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct.
B
De keten aan grondstoffen die nodig zijn om een product te maken.
C
De plekken waar het product allemaal langskomt.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Wat is recyclen?
A
Het verbranden van een product
B
Het hergebruiken van een product
C
Het verwerken tot een nieuw product

Slide 24 - Quiz

Recyclen
  • Een oud product verwerken in een nieuw product.
  • Nog lang niet alles wordt gerecycled

Slide 25 - Slide

Cradle to cradle
  • Van wieg tot wieg
  • Productie waarbij alle onderdelen van een product weer gebruikt kunnen worden voor een nieuw product

Slide 26 - Slide

Het verschil tussen recyclen en cradle-to-cradle (C2C) is
A
Bij recyclen komt afval vrij, bij C2C niet
B
C2C veroorzaakt milieuvervuiling, recycling niet
C
Recyclen gaat alleen over afvalverwerking, C2C gaat ook over productie van nieuwe spullen
D
Bij recyclen worden alle afvalmaterialen opnieuw gebruikt, bij cradle-to-cradle niet.

Slide 27 - Quiz

1
2
3
4
5

Slide 28 - Drag question

Potentiele grondstof voor nieuw product!

Slide 29 - Slide