Exogene Processen rood

Afbraak en opbouw
van het landschap
(exogene krachten) 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Afbraak en opbouw
van het landschap
(exogene krachten) 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe bepalen exogene krachten het uiterlijk van het aardoppervlak? 
Hoofdvraag: 

Slide 3 - Slide

Hoe is het Himalaya gebergte ontstaan?
A
door exogene krachten
B
door vulkanen
C
door endogene krachten
D
door aardbevingen

Slide 4 - Quiz

Zet de afbeeldingen in de goede volgorde

Slide 5 - Drag question

Exogene krachten
Krachten door: wind, water, ijs, zwaartekracht en temperatuur
Gevolgen:
verwering
erosie
sedimentatie

Slide 6 - Slide

wortels van boom maken steen kapot
Bergdal gevormd door gletsjer
Beeld aangetast door zure regen

Slide 7 - Drag question

Exogene processen
Door welke processen wordt het aardoppervlak afgevlakt?
Deelvraag
4. 

Slide 8 - Slide

Verwering

Gesteente valt uit elkaar of brokkelt af door:

  • Vorst (bevriezing)
  • Groei van planten en bomen
  • Zure regen


Slide 9 - Slide

Vorstverwering

Slide 10 - Slide

door planten en bomen

De plantenwortels groeien tussen de steen. Plantenwortels groeien en zetten uit. Daardoor drukken ze de steen uit elkaar. Dit is biologische verwering.

Slide 11 - Slide

Zure regen

Ijzerdeeltjes in steen gaan roesten. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk soort verwering zie je hier?
A
vorst verwering
B
planten verwering
C
zure regen verwering
D
Erosie

Slide 14 - Quiz

Welke vorm van verwering
zie je hier?
A
Vorst verwering
B
planten verwering
C
zure regen verwering
D
Verwering door temperatuurverschillen

Slide 15 - Quiz

Puinhelling
Verweringsmateriaal valt door de zwaartekracht naar beneden. 

Een puinhelling is 
enorm veel los verweringsmateriaal langs een bergwand, dat vaak onstabiel is. 

Slide 16 - Slide

Erosie
Het transport van dit "puin" kan het landschap verder afbreken. 
Het uitschuren van het landschap door dit "puin" noemen we erosie. Hoe langer verwering en erosie ergens op inwerken, hoe lager dit gebied zal worden. 

Maar
Er wordt ook weer wat opgebouwd door sedimentatie doordat het "puin" weer ergens wordt neergelegd. 

Slide 17 - Slide

Erosie
Dit kan op 3 verschillende manieren plaatsvinden: 

  • Door de wind
  • Door water (rivier of zee)
  • Door het ijs

Slide 18 - Slide

Opbouw en afbraak door ijs
Gletsjers ontstaan wanneer er meer sneeuw valt dan dat er in de zomer kan wegsmelten. 

Sneeuw hoopt zich op en uiteindelijk wordt deze sneeuw een grote ijsmassa, die door de zwaartekracht in beweging komt. 

Slide 19 - Slide

Landijs
Gletsjer

Slide 20 - Slide

Rivieren, afbraak & opbouw
3 zones van een rivier:
Bovenloop --> voornamelijk erosie

Middenloop --> voornamelijk transport

Benedenloop --> voornamelijk sedimentatie 

Slide 21 - Slide

Erosie in de rivier 
Voor erosie in de rivier is de stroomsnelheid zeer belangrijk. 

Hoe steiler de rivier afloopt, des te sneller de rivier stroomt dus, meer erosie!

Slide 22 - Slide

V-dal
U-dal

Slide 23 - Slide


A
U-dal
B
V-dal
C
Geen idee

Slide 24 - Quiz


A
U-dal
B
V-dal
C
Geen idee

Slide 25 - Quiz

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

               Bovenloop       Middenloop      Benedenloop
  • Snelheid?

  • Breedte?

  • Erosie?

  • Reliëf omgeving?

Slide 28 - Slide

Wat is de juiste volgorde?
A
Sedimentatie-erosie-verwering
B
Erosie-verwering-sedimentatie
C
Verwering-erosie-sedimentatie
D
Erosie-sedimentatie-verwering

Slide 29 - Quiz

De zee


Daar waar de zee diep blijft zijn de golven sterk en dus zien we daar erosie terug .

Slide 30 - Slide

Verschillende soorten kusten

Slide 31 - Slide

Afbraak en opbouw door de wind
De snelheid van de wind is erg belangrijk voor de kracht die de wind heeft. 
Veel windkracht = veel erosie. 

Winderosie zien we veel terug in droge gebieden.
Hier kan de wind bijvoorbeeld de gesteenten zandstralen

Slide 32 - Slide

Noem 3 dingen die je hebt geleerd deze les

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Wat vind je nog lastig?

Slide 35 - Open question