2.4 risico's van beleggen

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling paragraaf 3 (5 min)
  • behandelen paragraaf 4 (15 min)
  • zelfstandig werken (10 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)
  • Huiswerk (5 min)

Slide 2 - Slide

Herhaling

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan aangeven dat er verschillende doelen zijn om te sparen
  • Ik kan aangeven dat er verschillende spaarvormen zijn
  • Ik kan uitleggen wat inflatie is
  • Ik kan uitleggen wat koopkracht is
  • Ik kan aangeven wat er met de koopkracht gebeurt als je spaart

Slide 4 - Slide

2.4 risico's van beleggen

Slide 5 - Slide

Doelen van deze les:
  • Je kunt uitleggen wat het begrip aandelen en aandelenkoers betekenen
  • Je kent de risico's van beleggen 
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen aandelen en obligaties 
  • Je kunt benoemen wat beleggingsfondsen zijn en doen 
  • Je kunt uitleggen wanneer je dividend krijgt

Slide 6 - Slide

Waarom beleggen? 
  • Gesprekje met je buurman/buurvrouw 
  • 2 minuten 

onderwerpen/vragen:
  1. Wat is beleggen? (mag je opzoeken op internet)
  2. Zou jij later over 10 jaar willen beleggen? Waarom?
  3. In welk bedrijf zou jij willen beleggen? Waarom?

Regels:
  • Overleg alleen met je buurman/buurvouw! (niet achter of voor je)
  • Aan het einde van de 2 minuten kun je antwoord geven op de vragen + argumenten 
timer
2:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aandelen 
  • Een Aandeel koop je voor een bepaald bedrag. Je hebt dan een waardepapier waaruit blijkt dat jij mede- eigenaar bent van een bedrijf 
  • Aandeelkoers is de prijs van een aandeel op een bepaald moment

Beleggen:
  • Aandelen van individuele bedrijven 
  • Aandelen van beleggingsfondsen 
  • Obligaties 

Wanneer verkopen?
  • Als de verkoopkoers hoger is dan de aankoopkoers!

Slide 9 - Slide

Beleggingsfondsen 
Instellingen die geld van beleggers in aandelen, obligaties of andere waardepapieren belegt. 

  • Ze worden beheerd door beleggingsdeskundige 
  • Ze beleggen in veel verschillende bedrijven, waardoor het risico van beleggen kleiner wordt
  • Ze zijn aantrekkelijk, omdat deze mensen verstand hebben van beleggen

Voorbeelden:
  • Banken zoals Knab, SNS, Rabobank ..
  • Nationale Nederlanden
  • CentraalBeheer Fondsbeleggen

Slide 10 - Slide

Dividend
Een winstuitkering van een bedrijf aan zijn aandeelhouders.

  • Bedrijven keren een deel van hun winst uit aan aandeelhouders (dividend)
  • Als jij geld belegt, kun je geld verdienen aan stijgende aandeelkoersen 

LET OP!
  1. Wat als het bedrijf geen winst maakt? 
  2. Wat als de aandeelkoers zakt?
  3. Wat zou jij doen?

Slide 11 - Slide

Obligaties 
Waardepapier waaruit blijkt dat een bedrijf of de overheid geld schuldig is aan de eigenaar van dat waardepapier. 
  • Je leent geld aan een bedrijf of de overheid 
  • Je krijgt er jaarlijks een vaste rente voor 
  • Er is een looptijd vastgesteld 

Wel of niet tussentijds verkopen?
  • Je kunt voor het einde van de looptijd je obligaties verkopen aan andere beleggers 
  • Je krijgt dan de koerswaarde van dat moment 
Belangrijk! je loopt als obligatiehouder minder risico dan aandeelhouders door de vaste rente en aflossing.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 4

  • Lees de theorie op bladzijde 59
  • Maak de opdrachten 1 t/m 10

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Doelen van de les:
  • Je kunt uitleggen wat het begrip aandelen en aandelenkoers betekenen
  • Je kent de risico's van beleggen 
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen aandelen en obligaties 
  • Je kunt benoemen wat beleggingsfondsen zijn en doen 
  • Je kunt uitleggen wanneer je dividend krijgt

Slide 15 - Slide

Maken hoofdstuk 2 paragraaf 4
opdracht 1 t/m 10
inleveren door middel van foto of bestand

Slide 16 - Open question