meervoud

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Meervoud

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Meervoud

Slide 1 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Doel van de les

Ik kan het meervoud maken op -en, en -s.

dier-dieren
jongen-jongens

Slide 2 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Doel van de les

Eerst een paar vragen.....

Wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Wat is het meervoud van plant?
1 plant, 2.........
A
plants
B
plantes
C
planten
D
plantens

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van tijd?
1 tijd, 2 ........
A
tijdens
B
tijds
C
tijds
D
tijden

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van boek?
1 boek, 2.........
A
boeks
B
boeken
C
boekes
D
boekt

Slide 6 - Quiz

regel1:Dus: boeken, tijden, planten.....
Wat is dus de regel voor meervoud?

Slide 7 - Open question

de regel(1):
Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.
Dat is simpel!
Let wel op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen/ roos - rozen/ bos - bossen/ golf - golven!!!

Slide 8 - Slide

de tweede regel....
weer eerst een paar vragen:

Slide 9 - Slide

meervoud van jongen?

Slide 10 - Open question

meervoud van meisje?

Slide 11 - Open question

meervoud van vinger?

Slide 12 - Open question

meervoud van vakantie?

Slide 13 - Open question

meervoud van tafel?

Slide 14 - Open question

regel 2:meervoud : meisjes/ tafels/jongens/vakanties/ vingers....dus de regel is?

Slide 15 - Open question

de regel (2):
Na  - je/ - el / -en / -er/ - ie
zet je een S achter het woord om meervoud te maken

Slide 16 - Slide

meervoud op -s
meervoud op -en
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
gang
kamer
bed
zaal
kleed
brief
jongen

Slide 17 - Drag question

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Aan de slag:

Thema 4 - Hoofdstuk 2 - bladzijde 18
Lees eerst de uitleg!
Maak dan opdracht 1 t/m 7

Slide 18 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Meervoud

Slide 19 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Doel van de les

Ik kan het meervoud maken op -en, -s, -eren en -'s.

dier-dieren
jongen-jongens

Slide 20 - Slide

meervoud van ei, koe, stad

Slide 21 - Mind map

meervoud van dag, glas, weg

Slide 22 - Mind map

meervoud van : kind, gat, glas

Slide 23 - Mind map

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Uitzonderingen

Sommige woorden eindigen in het meervoud op -eren.
kinderen, runderen, eieren.
Andere woorden eindigen op -ien

Slide 24 - Slide

meervoud van taxi:
A
taxies
B
taxis
C
taxien
D
taxi's

Slide 25 - Quiz

meervoud van oma?
A
omas
B
omie
C
omaen
D
oma's

Slide 26 - Quiz

meervoud van baby?
A
babies
B
baby's
C
babys
D
balen

Slide 27 - Quiz

Tekst
een -'s komt na woorden met aan het einde........(welke letters?)

Slide 28 - Mind map

meervoud op -s
meervoud op -en
meervoud op 's
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
pyama
oma
paraplu
hobby
auto
gang

Slide 29 - Drag question