Persoonlijkheidstoornissen

Doelgroepen GGZ
Les 3-4
Persoonlijkheidsstoornissen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Doelgroepen GGZ
Les 3-4
Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Het begrip "Persoonlijkheid"
Er is geen nauwkeurige en algemeen geaccepteerde definitie van het begrip “persoonlijkheid”
Waar het om gaat is/zijn:
  • Eigenschappen/karaktertrekken die duurzaam zijn en zich al vroeg in de ontwikkeling openbaren
  • onze manier van reageren bepalen: levensstijl


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het begrip "Persoonlijkheidsstoornis"
Er is geen nauwkeurige en algemeen geaccepteerde definitie van de “abnormale persoonlijkheid” 
Waar het om gaat is/zijn:
Pathologische persoonlijkheidstrekken die, vanwege hun starheid, tot beperkingen leiden in het gedragsrepertoire en sociaal functioneren.
Met als gevolg:
  • (langdurige) verstoringen van interpersoonlijke relaties
  • (langdurig bestaand) subjectief lijden van de betrokkene en/of de omgeving
  • De onaangepaste gedrags- en belevingspatronen openbaren zich gewoonlijk al in de (late) kinderjaren

Slide 4 - Slide

Pathologisch: Behorend bij het ziektebeeld

Bijvoorbeeld:  Rode uitslag behoort bij de Pathologische ziekteverschijnselen van Rode hond
Verschil met As-I
Egodystoon (As-I)
Afwijkend van de sociaal-culturele norm
(Omgeving vindt gedrag abnormaal)
Afwijkend van de individuele norm
(Cliënt vindt gedrag zelf abnormaal)
Egosyntoon (As-II)
Afwijkend van de sociaal-culturele norm
Omgeving vindt gedrag abnormaal
Niet afwijkend van de individuele norm
(Cliënt ziet eigen gedrag wel als normaal)

Slide 5 - Slide

“egosyntoon” en “egodystoon”. Egodystoon betekent dat de patiënt het gevoel heeft dat de symptomen niet echt bij hem horen. Hij beseft bijvoorbeeld ergens wel dat het absurd is om uren per dag te douchen, maar kan niet uit zijn hoofd zetten dat hij vies is. Bij dit soort patiënten hielp dbs heel goed.
Egosyntoon is meer zoals een karaktereigenschap. De klachten voelen meer als behorend bij de persoon. De patiënt is bijvoorbeeld al vier uur bezig een tafel recht te zetten en vindt het misschien wel wat overdreven, maar toch ook wel belangrijk dat de tafel recht staat. En eigenlijk vindt hij dat iedereen zijn spullen recht moet zetten. Dit perfectionistische type had weinig baat bij onze behandeling. Ik vermoed dat het probleem bij dit type ook ergens anders in de hersenen zit. De volgende stap is dus onderzoeken waar, en of we het alsnog kunnen verhelpen met breinstimulatie.’

Plaats in de Psychiatrie
Komt soms voor in combinatie met een As-I stoornis
Bij 50 – 60 % van de GGZ populatie is er (ook) sprake van een persoonlijkheidsstoornis

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Algemene criteria
Duurzaam gedrags/ervaringspatroon dat duidelijk afwijkt van de sociaal-culturele norm en zich manifesteert op minimaal twee van de volgende gebieden:
  • Affect
  • Cognitie
  • Impulscontrole
  • Interpersoonlijk functioneren


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Algemene criteria
Dit patroon is star en manifesteert zich in veel persoonlijke en sociale situaties De symptomen veroorzaken duidelijk leed of belemmeren persoonlijk, sociaal of beroepsmatig functioneren

Dit patroon bestaat al lange tijd en heeft zijn wortels in de adolescentie of jonge volwassenheid

De symptomen kunnen niet beter worden verklaard door een andere psychiatrische stoornis

De symptomen zijn geen direct gevolg van een lichamelijke aandoening of middelengebruik (inclusief medicatie en drugsgebruik)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Clusters
De persoonlijkheidsstoornissen zijn te verdelen onder 3 clusters:
A B en C

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Cluster A
Cluster A wordt het vreemde, excentrieke cluster genoemd.
  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Cluster B
Cluster B wordt het dramatische, emotionele, impulsieve cluster genoemd
  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  • Theatrale persoonlijkheidsstoornis.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Cluster C
Cluster C wordt ook wel het angstige cluster genoemd
  •  Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis 
  • Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis
  • Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Welk Cluster zag je hier?
A
A
B
B
C
C
D
Geen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Paranoïde persoonlijkheidstoornis

De betrokkene:
  • Verdenkt anderen van onheuse bedoelingen
  • Weigert anderen vertrouwen te geven omdat zij dit zouden kunnen misbruiken
  • Zoekt, ook achter vriendelijk bedoelde opmerkingen, iets kwaadaardigs
  • Is niet vergevingsgezind
  • Kan, zonder reden, de partner verdenken van ontrouw

Slide 15 - Slide

Achterdocht staat hier centraal. Achterdocht zit in “iedere cel “ van zijn/haar lijf
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Het meest kenmerkende van mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis is dat zij de gedragingen van anderen als opzettelijk in hun nadeel of bedreigend ervaren. Zij voelen zich vrijwel allemaal uitgebuit of bedreigd. Zonder redelijke gronden betwijfelen zij de oprechtheid van vrienden en kennissen. Soms zijn zij ook ziekelijk jaloers en twijfelen zij zonder reden aan de trouw van hun partner.

Schizoïde persoonlijkheid
De betrokkene:
  • Verlangt niet naar intieme relaties en geniet er ook niet van
  • Heeft voorkeur voor bezigheden die alléén kunnen worden uitgevoerd
  • Heeft nauwelijks of geen behoefte aan seksueel contact
  • Heeft weinig of geen bezigheden die genoegen geven
  • Kent geen vriendschappen of vertrouwelingen, m.u.v. eventuele broers, zussen, ouders
  • Is onverschillig voor lof of kritiek
  • Onderscheidt zich door gevoelsarmoede en kilheid

Slide 16 - Slide

Kluizenaar??!!
schizoïde persoonlijkheidsstoornis
heeft geen behoefte en beleeft geen plezier aan hechte relaties, inclusief het willen behoren tot een familie of gezin
kiest vrijwel altijd activiteiten die alleen gedaan worden
heeft weinig of geen belangstelling voor seksuele ervaringen met een ander
beleeft weinig of geen genoegen aan activiteiten
heeft geen intieme vrienden of vertrouwelingen (afgezien van eerstegraads familieleden)
lijkt onverschillig voor lof of kritiek van anderen
is emotioneel kil, afstandelijk en/of heeft een vlak gevoelsleven.

Schizo typische persoonlijkheidsstoornis

De betrokkene heeft/wordt gekenmerkt door: 
  • Betrekkingsideeën
  • Wonderlijke overtuigingen of magisch denken
  • Ongebruikelijke waarnemingen en ervaringen
  • Merkwaardige gedachten en spraak
  • Achterdocht of waanachtige ideeën
  • Niet bij situatie passende of ingeperkte (afstandelijk, beperkt) gevoelens
  • Gedrag dat als vreemd wordt ervaren
  • Ontbreken van goede vrienden
  • Sociale angst

Slide 17 - Slide

herkenning
Mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis worden vaak raar gevonden. Dat kan te maken hebben met dat zij magische betekenissen in dingen zien, ideeën hebben die ongebruikelijk zijn, of zeer bijgelovig zijn. Maar kenmerkend voor mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis lijkt de bemoeilijkte communicatie.
Een aantal van de volgende verschijnselen kan aanwezig zijn: betrekkingsideeën, bijgelovige ideeën die een invloed hebben op het gedrag (helderziendheid, telepathie, zesde zintuig en dergelijke), vreemde waarnemingen of lichaamssensaties, niet te volgen gedachten of vreemde spraak, achterdochtigheid, ongepaste of vreemde gevoelsuitingen, opvallende, vreemde of eigenaardige uiterlijke verschijning (bijvoorbeeld aan de kleding te merken).

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Welke persoonlijkheidsstoornis zag je hier?
A
Narcistisch
B
Afhankelijke
C
Paranoïde
D
Borderline

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Borderline persoonlijkheidsstoornis
Kenmerken:
  • Pogingen om uit alle macht te voorkomen dat betrokkene in de steek gelaten wordt
  • Onevenwichtige en intense relaties waarin de ander afwisselend geïdealiseerd en als waardeloos beschouwd wordt
  • Identiteitsstoornis
  • Tekort aan zelfbeheersing
  • Terugkerend suïcidaal gedrag of automutilatie
  • Onevenwichtige stemming
  • Chronisch gevoel van leegte
  • Misplaatste, hevige woede of onvermogen om boosheid te beheersen
  • Voorbijgaande en met stress samenhangende vorming van waanachtige ideeën of dissociatieve symptomen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Begeleidingsaspecten
  • Acceptatie van de aanvankelijke chaos. Ondanks alle interventies blijft het vaak lange tijd onrustig rondom de betrokkene
  • Niet in extreme rollen laten drukken (held of verdrukker) of toegeven aan neiging om zich aan één persoon vast te klampen.
  • Grenzen stellen aan manipulerend gedrag
  • Bedacht zijn op splitting

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Narcistische persoonlijkheid
De betrokkene:
  • Vindt zichzelf enorm belangrijk
  • Is veel bezig met fantasieën over onbeperkt succes, macht, schoonheid of de ideale liefde
  • Gelooft dat hij/zij speciaal en uniek is en slechts begrepen kan worden door andere speciale mensen
  • Eist bewondering
  • Meent over speciale voorrechten te beschikken
  • Heeft een tekort aan invoelend vermogen
  • Is vaak jaloers op anderen of gelooft dan anderen op hem/haar jaloers zijn
  • Heeft een hooghartige houding

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Begeleidingsaspecten
  • Niet toegeven aan neiging om te krenken
  • Vriendelijke, belangstellende houding en mensen in staat stellen hun grandioze Zelf te behouden
  • Gelegenheid geven een beetje uit te blinken in medewerking

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Theatrale persoonlijkheidsstoornis
De betrokkene:
  • Voelt zich ongemakkelijk als zij/hij niet in het centrum van de belangstelling staat
  • Toont snel wisselende en oppervlakkige gevoelens
  • Gebruikt voortdurend de fysieke verschijning om aandacht op zich te vestigen
  • Maakt zichzelf tot middelpunt van een drama, is theatraal en overdreven
  • Beleeft de verhoudingen met anderen als meer intiem dan ze in werkelijkheid zijn

Slide 24 - Slide

Wanneer zij niet in het middelpunt staan, voelen mensen met een theatrale persoonlijkheidsstoornis zich gauw ongemakkelijk. Zij kunnen zich dan opvallend gaan gedragen of seksueel uitdagend doen. Hun gevoelsuitingen lijken meestal oppervlakkig te zijn, al worden ze gebracht alsof ze veel diepgang hebben. Zij kunnen makkelijk in huilen uitbarsten of kwaad worden wanneer zij teleurgesteld zijn en niet de aandacht en complimentjes krijgen die zij denken te verdienen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Antisociale persoonlijkheidsstoornis
De betrokkene:
  • Wordt gekenmerkt door lichtgeraaktheid en agressie
  • Is impulsief en niet in staat om realistische plannen te maken voor de toekomst
  • Gedraagt zich consequent onverantwoordelijk
  • Bedriegt de medemens
  • Houdt geen rekening met de veiligheid van zichzelf en anderen
  • Heeft geen schuldgevoelens

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Begeleidingsaspecten
  • Functionele afstand
  • Geen vertrouwelijkheden uitwisselen
  • Voorzichtig zijn met adviezen
  • Vriendelijke, correcte maar ook duidelijke benadering
  • Alleen afspraken maken die waargemaakt kunnen worden
  • Zorg dat jouw grenzen absoluut gerespecteerd worden. Duld geen enkele dreiging.
  • Consequent aan regels en afspraken houden
  • Zorg dat je niet opgebrand raakt. Deze mensen zijn kampioen in het zichzelf -vaak definitief- eruit te laten gooien. Wel mee-leven maar niet mee-lijden.
  • In team lucht geven aan frustraties en irritaties

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Welke persoonlijkheidsstoornis zie je hier?
A
Dwangmatige
B
Borderline
C
Antisociale
D
Theatrale

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis
(obsessief Compulsief)
De betrokkene is:
  • Overdreven veel bezig met kleinigheden, regels, orde, organisatie of schema’s
  • Zeer perfectionistisch
  • Overdreven gewetensvol en star inzake waarden en normen
  • Niet in staat om waardeloze voorwerpen weg te doen
  • Niet in staat om te delegeren of met anderen samen te werken, tenzij men zich geheel naar hem/haar voegt
  • Gierig tegenover zichzelf en anderen
  • Star en koppig

Slide 30 - Slide

Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een dergelijke stoornis zijn mensen die heel perfectionistisch zijn, alles op hun eigen manier willen doen. Terwijl ze een hart van goud kunnen hebben missen zij soms de spontaniteit en flexibiliteit die mensen tot aangenaam gezelschap kunnen maken. Ze zijn altijd beheerst en als ze dat niet zijn dan zijn ze ook helemaal van streek. Omdat het zich bezighouden met de regels en procedures als het ware in hun karakter is gaan zitten, zijn het vormelijke mensen die het onverwachte moeilijk toelaten en soms weinig gevoel voor humor lijken te hebben. Het zijn harde werkers, bereid om over te werken om het helemaal goed te doen, maar niet bereid om te improviseren of het eens helemaal anders te doen
Wanneer je een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis hebt dan maakt de wens om alles netjes en precies te doen deel uit van je karakter. Je voelt het zo, je wilt het graag zo en zo ben je nu eenmaal. Het is niet prettig dat anderen je daarin niet helemaal kunnen volgen, maar jij snapt niet dat anderen zo nonchalant met dingen om kunnen gaan. Er is voor jou weinig reden om te veranderen.

Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis
  • Vermijdt werkzaamheden die direct persoonlijk contact met zich meebrengen vanwege angst voor kritiek, afkeuring of afwijzing
  • Vindt het niet prettig om met anderen om te gaan, tenzij de zekerheid bestaat dat men aardig gevonden wordt
  • Gaat intieme relaties uit de weg vanwege angst uitgelachen te worden
  • Is geremd in nieuwe situaties vanwege het gevoel tekort te schieten
  • Meent tekort te schieten in sociale vaardigheden, denkt onaantrekkelijk te zijn of minder waard te zijn dan anderen
  • Voelt ongewoon veel schaamte bij het nemen van risico’s die gezichtsverlies zouden kunnen opleveren of bij het deelnemen aan bezigheden waardoor men in verlegenheid gebracht zou kunnen worden

Slide 31 - Slide

Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis 
Hoewel veel mensen verlegenheid kennen en zich ook in vreemde situaties onzeker kunnen voelen is het moeilijk voorstelbaar hoe het moet zijn wanneer je dat voortdurend hebt. Mensen met een echte ontwijkende persoonlijkheidsstoornis krijg je niet vaak te zien. Wanneer het een familielid betreft of iemand die je van school of studie kent dan valt op dat diegene nooit mee op stap gaat. Leuk iets nieuws ondernemen, op avontuur uitgaan, een praatje met iemand aanknopen, dat is allemaal niets voor iemand met een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. Nogmaals: het zal niet gauw gebeuren dat je zo iemand echt goed leert kennen.

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
De betrokkene:
  • Is niet in staat alledaagse beslissingen te nemen zonder advies en geruststelling van anderen
  • Heeft anderen nodig die (een belangrijk deel van) de verantwoordelijkheid voor zijn/haar leven overneemt
  • Vindt het moeilijk om anderen te bekritiseren
  • Heeft moeite om zelf iets aan te pakken vanwege een gebrek aan zelfvertrouwen
  • Voelt zich ongemakkelijk of hulpeloos als hij/zij alleen is
  • Is veel bezig met gedachten aan het eigen lot overgelaten te worden

Slide 32 - Slide

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis stellen zich afhankelijk en soms onderdanig op. Zij leggen de verantwoordelijkheid voor belangrijke dingen in hun leven bij anderen, hebben weinig zelfvertrouwen en kunnen soms moeilijk langere tijd alleen doorbrengen. Beslissingen nemen wordt heel moeilijk gevonden door mensen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. Zij hebben veel advies en geruststelling nodig. Zij zijn op belangrijke gebieden in hun leven op anderen aangewezen en hebben moeite met te zeggen dat zij het ergens niet mee eens zijn.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Maak
Opdracht 17 en 18 uit het theorieboek GGZ

Slide 34 - Slide

This item has no instructions