(1M) H6 landbouw, industrie en diensten paragraaf 3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Planning:

• Nakijken
  

• Introductie
• Uitleg: paragraaf 3 H6
  
• maken opdracht 2,3,5,6
• nabespreken paragraaf 3
• afsluiting

aan het einde van de les kan/weet je:

•  beschrijven hoe de economieën van Duitsland en Frankrijk zijn opgebouwd uit de drie economische sectoren.
• overeenkomsten en verschillen noemen tussen de drie economische sectoren in Duitsland en Frankrijk.

nakijken

Openingsfoto

Wat zie je?

Waar komt dit voor?

Waarom komt dit hier voor?

Is dit gewenst?

Komt dit overal zo voor? 

uitleg/aantekeningen

H6: Duitsland en Frankrijk in de EU

§3: Landbouw, industrie en diensten

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de economieën van DE en FR?

Primaire sector	bestaat uit bedrijven die grondstoffen uit de natuur halen
Secundaire sector	bestaat uit bedrijven die de grondstoffen verwerken ( zware en lichte industrie )
Tertiaire sector	bestaat uit bedrijven die diensten verlenen ( dienstensector )

De primaire sector

Secundaire Sector

Zware industrie

Lichte industrie

Zware en lichte industrie

Zware industrie:                         Lichte industrie:

• Veel grondstoffen                  - consumptiegoederen
• Grote machines                     - hightech
• Massagoederen                     - stukgoederen
• Verkoop aan fabrieken         - verkoop aan winkels
• Basisproducten                      - grote en kleine dingen

Tertiaire Sector

H6: Duitsland en Frankrijk in de EU

§3: Landbouw, industrie en diensten

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de economieën van DE en FR?

De verschillende sectoren zorgen samen voor de economische positie van een land.

Deze mate van welvaart wordt aangegeven door het bruto nationaal product.

Het bnp staat voor alle goederen en diensten die per jaar door een land worden geproduceerd.

zelfstandig werken

lezen paragraaf 3 H6
maken opdracht 2,3,5,6
gebruik hierbij:

• tekstboek blz. 92/93
• werkboek blz. 11/112/113/114

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

herhalen/nabespreken

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

vandaag heb ik geleerd:

vandaag vind ik nog moeilijk: