Kritisch consumeren

Kritisch consumeren
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kritisch consumeren

Slide 1 - Slide

Orienteren

Iedereen die weleens wat koopt, is een consument. Als consument maak je elke dag keuzes. Ga je voor die nieuwe sneakers of spaar je liever voor een vakantie? En let je bij het boodschappen doen op duurzaamheid, of kijk je vooral naar de prijs
De keuzes die je als consument maakt hebben gevolgen. Niet alleen voor je eigen portemonnee, maar ook voor de wereld om je heen.

Slide 2 - Slide

Inkomsten en Uitgaven
Welke inkomsten heb je per maand? En hoeveel geld geef je uit? Het is handig om daar inzicht in te hebben, zodat je niet ineens zonder geld komt te zitten.

Als je in loondienst werkt, vormt je nettoloon waarschijnlijk het grootste deel van je inkomsten. Dat is het bedrag dat op je bankrekening wordt gestort als belastingen en premies van je brutoloon zijn afgetrokken.
In sommige gevallen kun je je inkomen aanvullen met een toeslag: een bijdrage van de overheid om bepaalde kosten te betalen. Je kunt bijvoorbeeld huurtoeslag krijgen om je huur te kunnen betalen als je een laag inkomen hebt. Toeslagen vraag je aan bij de Belastingdienst.

Slide 3 - Slide

Inkomsten en Uitgaven
Je uitgaven kun je grofweg verdelen in twee categorieën:

Vaste lasten: de uitgaven die regelmatig terugkomen en steeds (ongeveer) hetzelfde zijn. Denk aan huur, abonnementskosten, verzekeringspremies en huishoudelijke kosten zoals geld voor boodschappen.


Incidentele uitgaven: uitgaven die niet steeds terugkomen. Denk aan grote uitgaven zoals een tv of vakantie, of aan onvoorziene uitgaven zoals een nieuwe fiets als je fiets gestolen is.

Slide 4 - Slide

Lenen
Stel, je wilt een nieuwe laptop kopen, maar je hebt niet genoeg geld. Je kunt er dan voor kiezen om geld te lenen.
Het is echter de vraag of dat verstandig is. Je moet namelijk vaak rente betalen over je lening. Als je geld leent, moet je dus uiteindelijk meer terugbetalen dan je geleend hebt.

Slide 5 - Slide

Schuld
Als je een lening afsluit of als je rekeningen niet op tijd betaalt, krijg je een schuld. Als je een schuld niet op tijd terugbetaalt, kan dat voor problemen zorgen:



- De schuldeiser kan een incassobureau inschakelen. Een incassobureau zet jou onder druk om je schuld af te lossen. De kosten voor het incassobureau moet je zelf betalen.
- De schuldeiser kan een deurwaarder inschakelen. Een deurwaarder mag beslag leggen op je spullen om je schuld af te lossen.
- Je krijgt een negatieve BKR-registratie. Met zo’n registratie wordt het bijvoorbeeld lastiger om een hypotheek voor een huis af te sluiten.


Slide 6 - Slide

Verzekeringen
Je kunt iets meemaken waardoor je ineens hoge kosten hebt. Denk bijvoorbeeld aan een laptop die gestolen wordt of een telefoon die kapot valt. Voor dit soort risico’s kun je een verzekering afsluiten. Je sluit dan een overeenkomst met een verzekeraar:
jij betaalt maandelijks of jaarlijks een vast bedrag (premie) en in ruil daarvoor vergoedt de verzekeraar bepaalde kosten (dekking). Als je bijvoorbeeld een inboedelverzekering afsluit, vergoedt je verzekeraar beschadigde of gestolen spullen in je huis na een brand of diefstal.

Slide 7 - Slide

Zorgverzekering
Elke Nederlander van 18 jaar of ouder is verplicht om een zorgverzekering te hebben. Daarmee ben je verzekerd tegen medische kosten. Een zorgverzekering bestaat uit:

 

- een verplicht basispakket, voor bijvoorbeeld huisarts- en ziekenhuisbezoek;
- optionele aanvullende verzekeringen, bijvoorbeeld voor fysiotherapie of tandartskosten.

Wanneer je een laag inkomen hebt, kun je zorgtoeslag krijgen. Je krijgt dan geld van de overheid om een deel van je zorgverzekering te betalen.


Slide 8 - Slide

Kritisch consumeren
Het is verstandig om goed na te denken over je aankopen. Bijvoorbeeld door eerst na te gaan of je een product echt nodig hebt, of het voldoet aan jouw eisen, of het de prijs waard is en welke gevolgen het product heeft voor je gezondheid en het milieu. Dit noem je kritisch consumeren.


Consumentenrechten
Als consument heb je verschillende rechten. Zo heb je recht een bedenktijd van 14 dagen en recht op een deugdelijk product. Consumentenorganisaties, zoals de Consumentenbond, komen op voor consumenten en hun rechten.

Slide 9 - Slide

Duurzaamheid
In de keuzes die je als consument maakt kun je rekening houden met het milieu, mens en dier. Je maakt dan duurzame keuzes. Duurzaam houdt in dat iets zo lang mogelijk meegaat en zo min mogelijk schade aanricht aan het milieu, dieren en mensen. Je maakt bijvoorbeeld een duurzame keuze als je je afval scheidt, biologische groenten koopt of met de fiets in plaats van de auto reist.


Bedrijven kunnen bij hun productie ook duurzame keuzes maken. Bijvoorbeeld door zelf energie op te wekken met zonnepanelen of door materialen te recyclen zodat ze minder nieuwe grondstoffen nodig hebben. Je noemt dat duurzame productie.

Slide 10 - Slide