Media H1: Communicatie en massamedia KB

Communicatie en massamedia
1.1 Wat is communicatie? 
1.2 Massamedia en internet
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Communicatie en massamedia
1.1 Wat is communicatie? 
1.2 Massamedia en internet

Slide 1 - Slide

Na deze les kun jij ...
... vertellen wat communicatie betekent.
... vertellen hoe communicatie verloopt.
... vertellen en herkennen welke vormen van communicatie er zijn.
... vertellen wat massamedia zijn.
... vertellen wat de kenmerken zijn van massamedia.

Slide 2 - Slide


Wat is communicatie? 

Het bedoeld of onbedoeld overbrengen van een bepaalde boodschap op iemand anders


Hierbij is altijd sprake van een zender, een ontvanger, een medium en feedback.

Slide 3 - Slide

Communicatie

Slide 4 - Slide

Communicatievormen


Directe en indirecte communicatie

Directe communicatie: 
'face-to-face-contact'


Indirecte communicatie: 
'niet bij elkaar in dezelfde ruimte'

Slide 5 - Slide

Communicatievormen:


verbale en non-verbale communicatie

Verbale communicatie: 
Gesproken of geschreven woorden


Non-verbale communicatie: 
Alle andere vormen van communicatie
(tatoeages / lichaamstaal)

Slide 6 - Slide

Communicatievormen: 

Eenzijdige of meerzijdige communicatie

Eenzijdige communicatie:
De ontvanger kan niet reageren
(eenrichtingsverkeer)


Meerzijdige communicatie: 
Deelnemers zijn zowel zender als ontvanger
(gesprekken, forums)

Slide 7 - Slide

Wat zijn massamedia?
'Media die zich met hun communicatieboodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten'


Kenmerken hiervan zijn: 
  • De informatie is openbaar en voor iedereen bereikbaar
  • Massamedia werken indirect, ontvangers kunnen alleen achteraf reageren of niet
  • De zender of ontvanger hebben geen persoonlijk contact
  • De communicatie is eenzijdig
  • Er is geen directe feedback

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Maak vraag 9, 10 en 11

Klaar? Vul de begrippen in.

Als je met alles klaar bent, ga je nakijken.

Slide 9 - Slide

Hieronder staan vier omschrijvingen van het begrip communicatie. Welke is de juiste?
A
Communicatie is altijd gesproken of geschreven.
B
Communicatie is een middel om informatie te versturen.
C
Communicatie is het doorgeven van informatie.
D
Communicatie is het reageren op de boodschap van de zender.

Slide 10 - Quiz

Blozen is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 11 - Quiz

Met je vriendin uit een andere klas stiekem appen tijdens de les.
A
directe, verbale en meerzijdige communicatie
B
indirecte, verbale, eenzijdige communicatie
C
indirecte, verbale, meerzijdige communicatie
D
directe, non-verbale, meerzijdige communicatie

Slide 12 - Quiz

Van welke soort communicatie is er sprake als je een e-mail stuurt?
A
directe en verbale communicatie
B
directe en non-verbale communicatie
C
indirecte en verbale communicatie
D
indirecte en non-verbale communicatie

Slide 13 - Quiz

Hier is sprake van:
A
Directe, eenzijdige communicatie
B
Indirecte, eenzijdige communicatie
C
Directe, meerzijdige communicatie
D
Indirecte, meerzijdige communicatie

Slide 14 - Quiz

Wat is geen kenmerk van massamedia?
A
De informatie is openbaar
B
De meeste werken indirect.
C
De communicatie is meerzijdig
D
Er is meestal geen directe feedback.

Slide 15 - Quiz

Welke uitspraak klopt niet?
A
Een zender kan nooit ook ontvanger zijn in een telefoongesprek.
B
Op sociale media kan je zender en ontvanger zijn.
C
Twitter is een voorbeeld van sociale media.
D
Internet is een voorbeeld van massamedia.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide