Verder 3.5 Tegenstellingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Verder met H3.5 Woorden 

• Tegenstellingen
• Voor- en achtervoegsels 

Programma

- Tegenstellingen

- Voor- en achtervoegsels

-  Aan de slag

Lesdoelen

Aan het eind van de les kun je:

- benoemen en verwoorden wat tegenstellingen zijn
- twee soorten voor- en achtervoegsels benoemen van tegenstellingen

- minimaal één tegenstelling met een achtervoegsel bedenken

Tegenstellingen

Neem de zin over en gebruik zoveel mogelijk tegengestelde woorden:
Het was dag toen Romy naar het oude gebouw ging en onderweg kreeg ze het warm.

Voorvoegsels en achtervoegsels

Sommige woorden krijgen een tegengestelde betekenis door er een voorvoegsel of achtervoegsel aan te plakken.

Voorvoegsel on- en anti- betekent niet of tegen
vb: onaangenaam, antigriepprik

Achtervoegsel -loos betekent zonder
Vb: liefdeloos

Bedenk nu zelf nog een voorbeeld van een tegenstelling met een achtervoegsel (-loos)

Maak de tegenstellingen af:
rijk - .....
donker - ....

Aan de slag

Maken:

H3.5

Kader: Opdracht 16a, 17, 18, 19, 20 + Test Jezelf
Klaar? Woordtrainer

Basis: Opdracht 16a, 17, 18, 19a en 19b, 20 + Test Jezelf
Klaar? Woordtrainer 
Wat niet af is, is huiswerk voor  di 29/03

Wat vind je nog lastig?
Waar zou jij nog meer uitleg over willen?

Wat vind je van hoofdstuk 3?

Ik ben trots op jullie!