B weektoets

Bij EHBO zijn er 4 regels waaraan je je moet houden. Wat is geen regel van de EHBO?
A
Let op gevaar
B
Zorg voor professionele hulp
C
Versleep het slachtoffer van de plaats waar hij ligt of zit.
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.
1 / 15
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Bij EHBO zijn er 4 regels waaraan je je moet houden. Wat is geen regel van de EHBO?
A
Let op gevaar
B
Zorg voor professionele hulp
C
Versleep het slachtoffer van de plaats waar hij ligt of zit.
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.

Slide 1 - Quiz

Hoe vaak slaat je hart in rust?
A
50-60
B
60-70
C
80-90
D
90-100

Slide 2 - Quiz

Je hart is een...
A
spier
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
weefsel

Slide 3 - Quiz

Tot welk bloedsomloop behoort hart-longen-hart?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 4 - Quiz

Waar komt het bloed als eerste aan in het hart?
A
De rechterkamer
B
De linkerboezem
C
De linkerkamer
D
De rechterboezem

Slide 5 - Quiz

Kijk naar de afbeelding hiernaast.
Wat is nummer 2?
A
linkerboezem
B
rechterboezem
C
longader
D
slagader

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van het hart?
A
Het bloed door je lichaam pompen
B
Het besturen van gevoel en gedrag
C
Het opbouw van lichaamscellen

Slide 7 - Quiz

Welk van onderstaande antwoorden is juist?
Meerdere antwoorden juist!
A
Flauwvallen is er spake van licht, kortdurend bewustzijnsverlies
B
Flauwvallen is er sprake van diep bewustzijnsverlies
C
Bij bewusteloosheid is er geen sprake van spierspanning
D
Bij bewusteloosheid is er sprake van spierspanning

Slide 8 - Quiz

Bij het slikken sluit het strottenklepje de
A
luchtpijp af
B
slokdarm af

Slide 9 - Quiz

Een persoon die hulp bied aan een ander zonder hiervoor betaald te worden noem je
A
verpleegkundige
B
thuiszorg
C
helpende zorg en welzijn
D
mantelzorger

Slide 10 - Quiz

Wanneer voer je een stabiele zijligging uit?
A
Als iemand buitenbewust zijn is
B
Als iemand hyperventileert
C
Als iemand buitenbewust zijn is met een normale ademhaling
D
Als geen polsslag meer heeft

Slide 11 - Quiz

Wanneer pas je een buikstoot toe?
A
wanneer iemand bewusteloos is
B
wanneer iemand zich verbrandt
C
wanneer iemand zich verstikt
D
wanneer iemand zijn enkel verstuikt

Slide 12 - Quiz

Wat doet een AED?
A
Hartslag meten
B
Beoordelen of het nodig is een schok te geven
C
Schok geven
D
Hartslag meten, beoordelen en schok geven

Slide 13 - Quiz

Brandwonden kunnen ontstaan door? ......
A
Chemische stoffen en vuur
B
Vuur, elektriciteit en warmte
C
Chemische stoffen en elektriciteit
D
chemische stoffen, elektriciteit en warmte

Slide 14 - Quiz


Is deze brandwond
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 15 - Quiz