What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling verleden tijd en voltooid deelwoord
Vaardigheidstoets spelling
Verleden tijd en voltooid deelwoord
denk aan 't Kofschip
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vaardigheidstoets spelling
Verleden tijd en voltooid deelwoord
denk aan 't Kofschip
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Spelling
Verleden tijd
Slide 3 - Slide
(beloven) Mijn ouders ...................... mij een nieuwe iPhone.
A
beloofte
B
beloofde
C
belooften
D
beloofden
Slide 4 - Quiz
(loten) Ajax ......................... een makkelijke tegenstander in de knvb beker
A
lotte
B
lootte
C
lote
D
loten
Slide 5 - Quiz
(schoppen) Hij ................... de bal in de tuin van de buren
A
schopte
B
schopde
C
schopten
D
schopden
Slide 6 - Quiz
(klagen) De leerlingen ............... omdat ze veel huiswerk krijgen
A
klaagte
B
klaagde
C
klaagten
D
klaagden
Slide 7 - Quiz
(wandelen) Jan ................... gisteren 20 kilometer
A
wandelte
B
wandelde
C
wandelten
D
wandelden
Slide 8 - Quiz
(wokken) Bij Wok Wamelink ............ de medewerker een lekkere maaltijd
A
wokte
B
wokde
C
wokten
D
wokden
Slide 9 - Quiz
(landen) De helikopter .............. in het wijland naast school
A
lande
B
landte
C
landde
D
landden
Slide 10 - Quiz
(verven) De schilder .......................... de muren op school.
A
verfte
B
verften
C
verfde
D
verfden
Slide 11 - Quiz
(aaien) mijn ouders ............. de hond van mijn buren
A
aaite
B
aaide
C
aaiten
D
aaiden
Slide 12 - Quiz
(vegen) Waarom .................. jij niet even de stoep voor jouw huis schoon?
A
veegde
B
veegte
C
veegden
D
veegten
Slide 13 - Quiz
(stromen) De rivier ..................... over zijn oevers.
A
stroomde
B
stromde
C
stroomte
D
stomte
Slide 14 - Quiz
(snoeien) De tuinmannen ................ de tuin van mijn opa en oma.
A
snoeite
B
snoeide
C
snoeiten
D
snoeiden
Slide 15 - Quiz
(proeven) Ik ..................... dat Aziatische gerecht.
A
proefte
B
proefde
C
proeften
D
proefden
Slide 16 - Quiz
(aanleggen) In het park ............ de stratenmaker een nieuw weg ...........
A
legte aan
B
legde aan
C
legten aan
D
legden aan
Slide 17 - Quiz
(harken) De buurman .......... alle kastanjes bij elkaar
A
harkte
B
harkde
C
harkten
D
harden
Slide 18 - Quiz
Vul de juiste vorm in de verleden tijd in (denk aan 't Kofschip)
De hond ........... (blaffen) terwijl omdat mijn broertje op het raam ........ (tikken).
Slide 19 - Open question
Vul de juiste vorm in de verleden tijd in (denk aan 't Kofschip)
De kok ............... (koken) een heerlijk gerecht en de bezoekers ....... (proeven) dit gerecht met veel plezier.
Slide 20 - Open question
Vul de juiste vorm in de verleden tijd in (denk aan 't Kofschip)
Ondanks dat de leerling ............. (fluisteren), ............ (horen) de docent dat hij aan het overleggen was.
Slide 21 - Open question
Vul de juiste vorm in de verleden tijd in (denk aan 't Kofschip)
De leerling ............ (kletsen) constant door de les dus de leraar ......... (sturen) de leerling uit de les.
Slide 22 - Open question
Voltooid deelwoord
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
(schoppen) Hij heeft zijn tegenstander ...............
A
geschopt
B
geschopd
C
geschoppt
D
geschoppd
Slide 25 - Quiz
(beloven) Waarom heb je dat ............?
A
belooft
B
beloofd
C
gebelooft
D
gebeloofd
Slide 26 - Quiz
(wandelen) Tijdens de vierdaagse heb ik 10 kilometer ................
A
gewandelt
B
gewandeld
Slide 27 - Quiz
kussen Heb jij met haar ..........
A
gekusst
B
gekussd
C
gekust
D
gekusd
Slide 28 - Quiz
(klagen) Over die moeilijke toets werd veel
A
geklaagt
B
geklaagd
C
geslagen
Slide 29 - Quiz
(babbelen) In Winterswijk wordt altijd veel
A
gebabbelt
B
gebabbeld
Slide 30 - Quiz
(happen) De hond heeft naar de handere hond ...........
A
gehappt
B
gehapt
C
gehappd
D
gehapd
Slide 31 - Quiz
(likken) Hij heeft langs de envelop .......... en deze dicht geplakt
A
gelikt
B
gelikd
C
geliked
D
gelikkt
Slide 32 - Quiz
Schrijf het voltooid deelwoord op de juiste manier
Na 10 kilometer de hebben ............. (rennen) heb ik nog 2 kilometer .......... (wandelen)
Slide 33 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op de juiste manier
Na uren te hebben ..................... (vergaderen) zijn er nieuwe afspraken .... (maken)
Slide 34 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op de juiste manier
De leerling werd ...........(corrigeren) nadat hij een klasgenoot had .......(schoppen)
Slide 35 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op de juiste manier
Na het gras te hebben ....... (maaien) heeft de klusjesman het huis ...... (verven)
Slide 36 - Open question
More lessons like this
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
January 2025
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
Werkwoorden_voltooid deelwoord
April 2024
- Lesson with
29 slides
NT2
Secundair onderwijs
Perron 4, les 3
May 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
7-12-2022
December 2022
- Lesson with
12 slides
Duits
University
Werkwoorden
January 2025
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling - Het voltooid deelwoord
September 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Les1
March 2023
- Lesson with
12 slides
Engels
Secundair onderwijs