2.3 culturen veranderen

2.3 Culturen veranderen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2.3 Culturen veranderen

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling §2.2
- Leerdoelen §2.3
- Uitleg
- Opdrachten
- Opdrachten bespreken
- Doelen check

Slide 2 - Slide

Wat is cultuur?
A
Jouw persoonlijke manier van leven
B
De manier waarop een groep mensen leeft
C
De manier van leven binnen 1 land

Slide 3 - Quiz

Wat is geen cultuurelement?
A
godsdienst
B
gewoonten
C
huidskleur
D
taal

Slide 4 - Quiz

Wat hebben koloniën met cultuurverspreiding te maken?

Slide 5 - Open question

De McKroket is een voorbeeld van...
A
cultuurverspreiding
B
cultuurvermenging

Slide 6 - Quiz

Noem een reden waardoor er steeds meer cultuurvermenging plaatsvindt.

Slide 7 - Open question

2.3 Culturen veranderen

Slide 8 - Slide

Doelen:
Aan het eind van deze les dan....
- kun je de voorbeelden geven van globalisering.
- weet je hoe culturen zich verspreiden en veranderen.
- begrijp je dat door cultuurverspreiding en cultuurvermenging de culturele identiteit van mensen kan veranderen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Westers cultuurgebied
Veel verschillen en overeenkomsten
Noord-Amerika, Europa, Australië, Nieuw-Zeeland

Slide 11 - Slide

Orthodox cultuurgebied
Oost-Europa en Rusland

Slide 12 - Slide

Islamitisch cultuurgebied
Noord-Afrika, Midden-Oosten, Indonesië

Slide 13 - Slide

Huiswerk
werkboek blz. 40/41

opdracht 1a+b
(dus alleen kleuren en legenda invullen/kleuren)

opdracht 2

Slide 14 - Slide

2.3 Cultuurgebieden in de wereld - les 2

Slide 15 - Slide

Welk gebied hoort niet bij het Westers cultuurgebied?
A
Noord-Amerika
B
Europa
C
Azië
D
Australië

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het cultuurgebied waar Rusland en Oost-Europa bij horen?

Slide 17 - Open question

Bij welk cultuurgebied hoort het heilige boek de Koran?
A
Orthodox cultuurgebied
B
Islamitisch cultuurgebied
C
Westers cultuurgebied
D
Geen van allen

Slide 18 - Quiz

Wat is de belangrijkste taal binnen het Westers cultuurgebied?

Slide 19 - Open question

Welk gebied hoort bij het Islamitisch cultuurgebied?
A
Indonesië
B
Oost-Europa
C
Zuid-Amerika
D
Australië

Slide 20 - Quiz

Wat hoort niet bij het Islamitisch cultuurgebied?
A
geen varkensvlees eten
B
geen koeienvlees eten
C
geen alcohol drinken

Slide 21 - Quiz

Afrikaans cultuurgebied
Midden- en Zuid-Afrika

Slide 22 - Slide

Latijns-Amerikaans
Latijns-Amerika
Oost-kust + Caribisch gebied: Afrikaanse cultuurelementen

Slide 23 - Slide


Azië

Chinees
Hindoeïstisch
Boeddhistisch
Japans

Slide 24 - Slide

Chinees

Slide 25 - Slide

Hindoeïstisch

Slide 26 - Slide

Boeddhistisch

Slide 27 - Slide

Japans

Slide 28 - Slide

Aan de slag / Huiswerk
Maak alle opdrachten van hoofdstuk 2.3 in je werkboek (blz. 70 tm 79)

Slide 29 - Slide

Doelen gehaald:
Check!

Aan het eind van deze les dan....
- kun je de voorbeelden geven van globalisering.
- weet je hoe culturen zich verspreiden en veranderen.
- begrijp je dat door cultuurverspreiding en cultuurvermenging de culturele identiteit van mensen kan veranderen.

Slide 30 - Slide


Welk aardrijkskunde begrip past bij de foto?

Slide 31 - Open question

Welk begrip past hierbij?
A
Cultuur
B
Godsdienst
C
Cultuurelement
D
Amerikanisering

Slide 32 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van cultuurvermenging
A
Ik zie een filmpje over sushi maken
B
Na vakantie oefen ik traditioneel Afrikaanse dans
C
Na het sporten ga ik naar de mcdonalds
D
Ik eet wat mijn ouders ook eten

Slide 33 - Quiz

Wat is cultuurvermenging?
A
Het behouden van oorspronkelijke culturen
B
Het samensmelten van verschillende culturen
C
De dominantie van één cultuur
D
Het isoleren van culturen

Slide 34 - Quiz

Cultuurvermenging:
A
Een coffeeshop als in Nederland.
B
De serveerster draagt geen hoofddoek.
C
Een homovriendelijke coffeeshop
D
De serveerster draagt een spijkerbroek

Slide 35 - Quiz

Wat is globalisering?
A
dat de welvaart stijgt
B
proces dat gebieden op aarde meer verbonden raken
C
dat mensen meer inkomsten krijgen.
D
De welzijnsgraad gaat omhoog

Slide 36 - Quiz