13 a: Links: Sovjet-propagandaposter van Stalin, ca. 1940–1945. Midden: Nazi-propagandaposter van Hitler, ca. 1935. Rechts: Italiaanse fascistische propagandaposter van Mussolini, 1935.
13 b: Ja, alle drie de symbolen zijn op de posters terug te vinden.
13 c: Bijvoorbeeld: Dictatuur. Het symbool van de partij. Geheime politie. Propaganda. De leider werd vereerd alsof hij een god was.
1 en 3: Een dictator is iemand die alle macht in handen heeft zonder een koning te zijn. De geheime politie hield zich bezig met de gedachten van mensen om erachter te komen of ze niets ‘verkeerds’ dachten, of geen gedachten hadden die tegen de regering in gingen. Met de geheime politie kon de dictatuur in stand worden gehouden.
4 en 5: Propaganda is reclame maken voor een manier van denken of een politieke stroming in de hoop daar meer aanhangers voor te winnen. Propaganda laat alleen de goede kanten van iets zien en spreekt soms niet de waarheid. De leider vereren alsof hij een god is, is een voorbeeld van propaganda.