Wereldoorlogen 9c

Wereldoorlogen 9c
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wereldoorlogen 9c

Slide 1 - Slide

Inhoud
Huiswerk
Opdracht 9 t/m 13
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Huiswerk
9: B, want met moderne techniek kon je proberen alle mensen in een land op één manier te laten denken. Je kon proberen via bijvoorbeeld radio-uitzendingen mensen te hersenspoelen.




10: Als je de gedachten en het denken van alle mensen totaal wilt beheersen, tot in hun dagelijkse leven, noem je dat totalitarisme. Wanneer mensen naar buitenlandse uitzendingen luisteren kunnen ze ook gedachten en ideeën horen die anders zijn dan die van de totalitaire macht in eigen land. Daarom werd in Duitsland met dit briefje het luisteren naar buitenlandse uitzendingen verboden.

11 a: Militairisme is het verheerlijken van geweld en het leger. De afbeelding laat een rijkspartijdag zien waarbij veel mensen uit het leger aanwezig zijn.
11 b: Nationalisme is het trots zijn op je eigen land en volk. De bevolking werd vaak aangepraat dat ze meer waard waren dan andere volken. Met een groot en sterk leger kon je de baas spelen over buurlanden. Geweld werd gezien als iets goeds want je moest ‘sterk’ zijn. 




Slide 3 - Slide

Huiswerk
12 a: De toespraak geeft aan dat werkloosheid de reden was om op Mussert te stemmen. Mussert zou het volk weer brood kunnen geven, aan het werk kunnen krijgen en zo het Nederlandse volk kunnen redden.

12 b: De grafiek laat zien dat Hitler heel veel stemmen kreeg in de jaren dat de werkloosheid toenam. Toen de werkloosheid afnam kreeg Hitler aanvankelijk weer minder stemmen. Toen de werkloosheid verder afnam kreeg Hitler juist weer meer stemmen, omdat mensen geloofden dat Hitler de werkloosheid aan het oplossen was.
12 c: Bijvoorbeeld: De grafiek, omdat de grafiek de mening laat zien van een veel grotere groep mensen en de tekst maar van één persoon.















Slide 4 - Slide

Huiswerk
13 a: Links: Sovjet-propagandaposter van Stalin, ca. 1940–1945. Midden: Nazi-propagandaposter van Hitler, ca. 1935. Rechts: Italiaanse fascistische propagandaposter van Mussolini, 1935.
13 b: Ja, alle drie de symbolen zijn op de posters terug te vinden.
13 c: Bijvoorbeeld: Dictatuur. Het symbool van de partij. Geheime politie. Propaganda. De leider werd vereerd alsof hij een god was.
1 en 3: Een dictator is iemand die alle macht in handen heeft zonder een koning te zijn. De geheime politie hield zich bezig met de gedachten van mensen om erachter te komen of ze niets ‘verkeerds’ dachten, of geen gedachten hadden die tegen de regering in gingen. Met de geheime politie kon de dictatuur in stand worden gehouden.
4 en 5: Propaganda is reclame maken voor een manier van denken of een politieke stroming in de hoop daar meer aanhangers voor te winnen. Propaganda laat alleen de goede kanten van iets zien en spreekt soms niet de waarheid. De leider vereren alsof hij een god is, is een voorbeeld van propaganda.

Slide 5 - Slide

Herhaling
Beantwoord onderstaande vragen:
  • Leg uit wat het totalitarisme is en geen twee voorbeelden.
  • Leg uit wat indoctrineren is en geef twee voorbeelden.
  • Welke drie totalitaire bewegingen zijn er? Benoem ook het land.
  • Wat is propaganda? Geef hier twee voorbeelden van.
timer
8:00

Slide 6 - Slide

Antisemitisme
Vele Duitse nationaalsocialisten hadden en hekel aan Joden. Ze geloofden in de complottheorie dat de Joden de wereld wilden besturen en om Duitsland te vernietigen. Door de Duitsers op te zetten tegen Joden wilden de nationaalsocialisten meer eenheid krijgen in het land. Joden waren volgens hen een 'minderwaardig ras'. Als je onderscheidt maakt in ras is dat racisme. Dit ging gepaard met discriminatie: mensen minderrechten geven, minachtend op ze neerkijken. Discriminatie tegen Joden heet antisemitisme.

Slide 7 - Slide

Rassenwetten
Toen de nationaalsocialisten in 1933 aan de macht kwamen, voerden ze meteen antisemitische wetten en regels in. Joden werden overal weggejaagd: uit bioscopen, parken, de bus, etc. In 1935 werden de racistische Neurenbergerwetten ingevoegd. Alle Duitsers werden ingedeeld in 'rassen': het Duitse ras en mensen die hier buiten vielen. Dit waren vooral de Joden, Sinti en Roma. Huwelijk tussen beiden werden verboden. Zo moest het Duitse ras zuiver blijven.  

Slide 8 - Slide

Kunst
De nationaalsocialisten wilden alles wat Joods was vernietigen. Boeken van Joodse schrijvers werden verboden en verbrand. Joodse kunstwerken werden uit musea gehaald. 

In 1937 kwam een speciale tentoonstelling met deze 'slechte' kunst. Joodse kunstenaars zouden mensen lelijk afbeelden en geen gezonde figuren afbeelden. Dit zouden ze doen om het Duitse volk te verzwakken. Daarom werd deze kunst 'ontaarde kunst'(Enartete kunst). Door deze propaganda gingen velen in dit vijandbeeld geloven.

In 1938 was een grote terreuractie in Duitsland. Joodse winkels en synagogen werden vernield, leeggeroofd en in de brand gestoken. De politie deed niets om dit te stoppen. 30.000 Joden werden gearresteerd en weggevoerd. Honderden werden vermoord - Kristallnacht

Slide 9 - Slide

Wannseeconferentie
Vlak na de Kristallnacht moesten Joden verplicht een Jodenster dragen. 
In 1942 namen de Duitse nationaalsocialistische leiders een nieuw besluit in de villa Wannsee (Berlijn). Er mochten nergens meer Joden zijn in Duits grondgebied. Alle Joden moesten daarom planmatig worden uitgemoord. 

Het Wannsee-besluit was een keerpunt: nooit eerder werd er besloten een heel volk planmatig uit te moorden. Uit alle delen van Europa konden treinen met veewagons naar vernietigingskampen rijden. 

Slide 10 - Slide

Holocaust/Shoah
In een vernietigingskamp werden vele bij aankomst massaal vermoord in gaskamers. Lichamen werden daarna vervoerd naar crematoria. De grootste en meest beruchte was kamp Auschwitz. 

Wanneer je een heel volk wilt uitmoorden heet dit genocide of volkerenmoord. De genocide op de Joden word vaak Holocaust genoemd - 'brandoffer'. Omdat het geen offer was, noemen Joden dit zelf Shoah - ramp/totale vernietiging. 

Tijdens de Shoah werden zes miljoen mensen vermoord. Een van de grootste moordpartijen in de geschiedenis.

Slide 11 - Slide

Huiswerk
HB blz. 94-96

WB blz. 105-107
Opdracht 14 t/m 20



Slide 12 - Slide