5.4 Het zenuwstelsel

5.4 Het zenuwstelsel
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.4 Het zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van de les
herhalen
5.4 centrale zenuwstelsel
huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Dit vangen de zintuigcellen in je zintuigen op
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn impulsen?
A
Invloed van buitenaf
B
Prikkel
C
Elektrisch signaal
D
Een stofje in je lichaam

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

‘Waarnemen’ is...


A
Horen, zien, eten, voelen, ruiken en proeven.
B
Je bewust worden van wat je hoort, ziet, voelt, ruikt en proeft via je zintuigen.
C
Alles wat een kat hoort, ziet, voelt, vindt en ruikt.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Prikkel wordt een impuls in je lichaam 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Bouw van het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
- Ruggenmerg, hersenstam, kleine en 
   grote hersenen

Zenuwen zit verbonden hieraan

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bouw van het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel

Zenuwen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Een klier = een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijvoorbeeld zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bouw van zenuwcellen
- Cellichaam (met de celkern)
- Uitlopers (geleiden de impulsen)


Gebeurt niet door 1 zenuw, maar duizenden tegelijk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

wat vinden jullie hiervan? hebben jullie dit zelf eens gezien/meegemaakt?

Dwarslaesie door lachgas
Bij een (gedeeltelijke) dwarslaesie door lachgas ontstaat er schade aan je ruggenmerg door een tekort aan vitamine B12. Vitamine B12 zorgt voor de aanmaak van rode bloedcellen en is onmisbaar voor een goede werking van het zenuwstelsel. Soms is de schade blijvend, waardoor je in een rolstoel belandt. Bovendien bestaat er een kans op een psychose of epilepsie. Ga daarom op tijd naar de huisarts als je de volgende klachten ervaart na het gebruik van lachgas:
Duizeligheid
Verwardheid
Hoofdpijn
Leg in stappen uit hoe je van geur tot beweging van je armen komt

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

5.5 Gedrag
Alles wat een mens of dier doet, is gedrag.
Gedrag bestaat uit reacties op prikkels.

Stoppen voor rood licht is gedrag.
Door rood rijden is ook gedrag.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen 
Je kunt uitleggen wat gedrag is.
Je kent verschillende soorten gedrag.

Begrippen: gedrag, sociaal gedrag, territorium gedrag, balts gedrag

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Prikkels
Er bestaan verschillende soorten prikkels.

Iemand kan honger krijgen en gaan eten.
Honger is een prikkel die in het lichaam ontstaat (een inwendige prikkel).
Andere prikkels komen van buiten het lichaam. Je ziet en ruikt bijvoorbeeld gebakken brood. Een uitwendige prikkel komt van buiten het lichaam en kun je via je zintuigen waarnemen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Motivatie tot gedrag
Motivatie is de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag.

Als je al veel hebt gegeten, is je motivatie erg laag om nog een boterham te eten. De prikkel 'ruiken van vers brood' leidt dan niet tot eetgedrag.
Maar als je honger hebt, is je motivatie om te eten hoog. Dezelfde prikkel, 'ruiken van vers brood', leidt dan wel tot een respons.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Normen en waarden

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Territoriumgedrag
Veel dieren hebben een eigen plek en zullen deze ook verdedigen. Al het gedrag wat hierbij hoort is territorium gedrag.
  • Aanvalsgedrag
  • Vluchtgedrag
  • Dreiggedrag
  • Overspronggedrag

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

sociaal gedrag
gedrag kan beinvloed worden door soortgenoten. 
dit gedrag noem je sociaal gedrag.

een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Paringsgedrag
Paringsgedrag (balts) = gedrag dat aan de paring voorafgaat, bedoeld om een partner aan te trekken en de motivatie voor een paring te vergroten


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions