Utiliser le dictionnaire

Monsieur Ibrahim et les fleurs du Coran


1. Les personnages

2. woorden raden + woordenboek
3. lire

4. examentekst

1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare school

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Monsieur Ibrahim et les fleurs du Coran


1. Les personnages

2. woorden raden + woordenboek
3. lire

4. examentekst

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe je de betekenis van een woord kunt achterhalen.
  2. Je weet hoe je de context kunt gebruiken om de betekenis
    van een woord te raden.


Slide 2 - Slide

1. Woordsoort + context
  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.
  • Soms staat er verderop in de tekst een synoniem:
    een woord dat bijna hetzelfde betekent.


  • Woordenboek: kijk naar woordsoort
  • zelfstandig naamwoord/bijvoeglijk naamwoord?
  • Bijvoorbeeld: pas
  • Zoek op trefwoorden

Slide 3 - Slide

2. Betekenis van een woord

  • Eerst kijken of er een deel van het woord bekend voorkomt.
  • Verwantschap verschillende talen

    Voorbeelden:  produits/doute/conserves/l'inimaginable/charme

Slide 4 - Slide

Zoek 5 Franse woorden op die ook in het Engels bestaan


Slide 5 - Slide

Samenvatting
  • De betekenis en spelling van een woord zoek je op in een woordenboek, daarin staan de woorden op alfabetische volgorde.

  • De betekenis van een woord kun je ook proberen te raden. Kijk dan goed naar de woorden eromheen en let op de verwantschap. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aujourd'hui: utiliser le dictionnaire

Je weet waar je op moet letten bij de betekenis van een
uitdrukking
zoals een spreekwoord of gezegde.


brief: kimpelser@osbijlmer.nl

Slide 9 - Slide

1. Betekenis van een uitdrukking
Denk aan: spreekwoorden, gezegden, zegswijzen.

Uitdrukkingen kun je beter niet letterlijk in het Frans vertalen


Slide 10 - Slide

Voorbeeld:

J'ai passé une nuit blanche
Elle lui donne un coup de pouce

Slide 11 - Slide

Opdracht

Slide 12 - Slide

Verbindingswoorden



  • verbindingswoorden: et, aussi, mais, cependant, comme, si, enfin
  • functie: opsomming, tegenstelling, tijdsvolgorde, oorzaak/reden, voorwaarde, toelichting, vergelijking, doel, conclusie (page 273)
  • Verbindingswoorden kan je vaak niet letterlijk vertalen!

Slide 13 - Slide

Opdracht


Schrijf 3 zinnen op


Zoek op in het woordenboek of er nog een andere betekenis is

Slide 14 - Slide

Voorzetsels
  • Voorzetsels: chez, par, en, avec, etc.
  • page 274-277

Verbindingswoorden en voorzetsels

Let op! Kan je vaak niet letterlijk vertalen


Slide 15 - Slide

Opdracht

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide