2021_01_15_ werkwoorden

Klas 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klas 1

Slide 1 - Slide

  • WELKOM
  • huiswerk bespreken
  • afronden grammatica
  • uitleg spelling
  • oefenen
  • huiswerk

Slide 2 - Slide

KvK: luisteren 



Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord (blz. 94)
Startopdracht + opdr. 1 + 2 + 3 + 4


Hoe ver zijn we?
hl_1I
hl_1D

Slide 3 - Slide

startopdracht
opdracht 1
opdracht 2
opdracht 3
opdracht 4

Slide 4 - Slide

Bange voetballers missen vaak penalty’s. missen =
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 5 - Quiz

Britse onderzoekers hebben de oorzaak daarvan ontdekt.
hebben =
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 6 - Quiz

Britse onderzoekers hebben de oorzaak daarvan ontdekt.
ontdekt =
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 7 - Quiz

Door stress richt je de aandacht op het object van je angst.
richt =
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 8 - Quiz

Voetballers kijken dus naar de keeper.
kijken =
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 9 - Quiz

En kijkrichting en bewegingsacties zijn aan elkaar gekoppeld.
zijn =
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 10 - Quiz

En kijkrichting en bewegingsacties zijn aan elkaar gekoppeld.
gekoppeld =
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Het meervoud van woorden die eindigen op 'ie'


Woorden die op ie eindigen, kunnen in het meervoud eindigen op ies, iën of ieën.



Veel mensen raken in de war met die iën en ieën. Toch is er een simpele regel voor:

- meestal komt er ën aan het enkelvoud vast,

- maar als de laatste lettergreep geen klemtoon heeft, komt er alleen een n bij en komen de puntjes op de e die er al stond.



Hier volgen een paar voorbeelden.
drie - drieën
categorie - categorieën
epidemie - epidemieën
genie - genieën
industrie - industrieën
knie - knieën
melodie - melodieën
assurantie - assurantiën
bacterie - bacteriën
ceremonie - ceremoniën (ceremonies kan ook)
kolonie - koloniën
porie - poriën
tralie - traliën (tralies mag ook)

Slide 13 - Slide

maandag 18 januari
leren theorie blz. 98 meervouden op -en
maken startopdracht + opdr. 1 + 2 (vwo + 3) + 4 + 5

Slide 14 - Slide


Slide 15 - Open question


Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question


Slide 18 - Open question

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

maandag 18/1

Slide 20 - Slide