Lesson 5

3K
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3K

Slide 1 - Slide

Today
- Recap last lesson

- Practise words

- Recap exercises

Slide 2 - Slide

Practise words

- Go to Learnbeat
- Woordjes
- Klik op Engels
- Oefen de woordjes van Unit 1

Slide 3 - Slide

Goals
-Ik weet hoe de volgorde van een zin in het Engels is.

- Ik weet wanneer ik a en an moet gebruiken.

- Ik weet wanneer ik much of many moet gebruiken


Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Keith used to watch television in his room at bedtime.
Wie    -         doet        -          wat        -     waar       -      wanneer.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een (A/An)
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker:
- ''u'' klinkt als ''you'' -> A university
- ''o'' klinkt als ''w'' -> A one-room apartment 
Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker:
-  een stomme ''h'' -> an hour
- een afkorting -> an NBC reporter

Slide 7 - Slide

a / an banana
A
a
B
an

Slide 8 - Quiz

a/an

... hour
A
a
B
an

Slide 9 - Quiz

Many
Countable nouns
We gebruiken many wanneer we iets kunnen tellen.

- There are many tables in this classroom
- There are many students in this classroom
- There aren't many teachers in this classroom

Slide 10 - Slide

Much
Uncountable nouns
We gebruiken much wanneer iets niet telbaar is.

- I don't have much time
- There isn't much water left in my bottle
- We have too much homework

Slide 11 - Slide

There are ..... people on the bus
A
Many
B
Much

Slide 12 - Quiz

I drink ___ water every day!
A
many
B
much

Slide 13 - Quiz

Exercises
- Go to your Study planner in Learnbeat

- Do the exercises I have selected for you

Slide 14 - Slide