2.2 klant- of cliëntgesprek

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 6

Terugblik

Je hebt geleerd hoe je goede en zakelijke telefoongesprekken voert

Wat moet je doen tijdens het voeren van een zakelijk telefoongesprek?

Wat gaan we leren?

Je voert goede, zakelijke gesprekken met klanten of cliënten. 

Een klant heeft problemen met de auto. Wat doe je?

1. Je bekijkt de situatie
2. Je stuurt de klant weg
3. Je probeert erachter te komen wat het probleem is
4. Je biedt hem koffie aan

Hoe sluit je het gesprek met een klant af?

1. Je geeft een hand
2. Je groet vriendelijk
3. Je loopt mee naar de uitgang
4. Je vat het gesprek samen en legt afspraken vast

Wat kun je het beste doen om een klant te begrijpen?

1. Ja of nee vragen (gesloten vragen) stellen
2. Het gesprek samenvatten
3. Doorvragen
4. Open vragen stellen

Even oefenen

Ja, we krijgen wel vaker klachten daarover. Het is ook zo'n chaos op die afdeling. 

Even oefenen

Een stukje verderop hebben we nog meer gordijnstoffen. Loopt u met me mee? 

Even oefenen

Bedankt voor uw bestelling. is er nog iets anders wat ik voor u kan doen?

Even oefenen

Meent u dat nou? Ik kan me niet voorstellen dat mijn collega alle kunstgebitten in een bakje heeft gegooid om ze schoon te maken.

Even oefenen

We kunnen uw tegels in elk gewenst patroon leggen.

Extra uitleg of aan het werk

Je voert goede zakelijke gesprekken met klanten.

Aan het werk:  blz. 125, opdracht 1,2,3

Extra: opdracht 4

Terugblik

Jullie hebben geleerd hoe je goede zakelijke gesprekken voert met klanten. 

Vooruitblik

De volgende les gaan we

 afhandelen van een klachten 

behandelen.