Meten

• Voortgezet speciaal onderwijs

Quiz volume

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 mL is gelijk aan:

1. 1 mm3
2. 1 cm3
3. 1 dm3
4. 1 m3

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water

1. Groter
2. Kleiner
3. Gelijk
4. Geen idee

massa is een

1. Grootheid
2. Eenheid

Wat is de grootheid die bij uur hoort?

1. Lengte
2. Tijd
3. Massa
4. Hoelang

Welke grootheid wordt bij Kubieke meter?

1. Massa
2. Gewicht
3. Volume
4. Tijd

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel gram is 3,5 kg

1. 35
2. 350
3. 3500
4. 35000

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel kiloWatt (kW) is 600 W

1. 6000
2. 0,006
3. 0,6
4. 6

Welk glaswerk zien we hier?

1. Bekerglas
2. Erlenmeyer
3. Reageerbuis
4. Maatcilinder

Hoe bereken je de dichtheid van een stof?

1. dichtheid = volume/massa
2. dichtheid = massa /volume
3. dichtheid = massa x volume
4. dichtheid = volume x massa

De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

1. Blok 1 heeft de grootste dichtheid
2. Blok 2 heeft de grootste dichtheid
3. De dichtheid van beide blokken is gelijk
4. Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Wat is zwaarder 1kg veren of 1kg lood?

1. Veren
2. Lood
3. Even zwaar
4. Weet niet

Hoeveelheid vloeistof is in ml.
Hoe hoog is het level in de linker maatbeker

1. 10 ml
2. 13,33 ml
3. 26,67 ml
4. 20 ml

Hoeveelheid vloeistof is in ml.
Hoe hoog is het level in de rechter maatbeker

1. 15 ml
2. 13,33 ml
3. 23,33 ml
4. 25 ml

Hoeveelheid vloeistof is in ml.
Hoe hoog is het level verschil tussen de linker en rechter maatbeker

1. 10 ml
2. 13,33 ml
3. 26,67 ml
4. 20 ml