3a. Grammaire I: le participe présent et le gérondif
Le participe présent Le gérondif-Wordt vertaald met die/dat, -Als er "en" voor het p.p
toen, terwijl of omdat. heb je een "gérondif".
-Wordt vooral gebruikt in schrijftaal. -wordt vertaald met Bijvoorbeeld: door te, toen, terwijl, als,
Écoutant sa chanson, elle sourit. en hoewel.
Terwijl ze naar haar liedje luistert, glimlacht ze.