Les 36: F) Andere werelden

Welkom H2C!

  • Stillezen
  • Terugblik
  • Poëzie: 
F) Andere werelden
  • Afsluiting



1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom H2C!

  • Stillezen
  • Terugblik
  • Poëzie: 
F) Andere werelden
  • Afsluiting



Slide 1 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Terugblik
Fictie: E) Bang, boos, bedroefd
-> opdracht 2 t/m 4 af


Wat is beeldspraak?





Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bedenk nu zelf een voorbeeld van beeldspraak (vergelijking)

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Welk(e) dystopisch(e) film, game
of boek ken je?

Slide 7 - Mind map

Speelden in die film, in die game of in dat boek niet-bestaande technologieën een rol? Zo ja, welke?

Slide 8 - Open question

Welke technologie zou honderd jaar geleden ‘sciencefiction’ zijn geweest?

Slide 9 - Open question

Aan de slag!
Wat: maak opdracht 4 en 5 van onderdeel F) Andere werelden
Waar: NN Online (zie planning)
Hoe: individueel
Hulp: leerboek blz. 224
Tijd: rest van de les

Klaar?: verder met leesboek 3!

Slide 10 - Slide

Gaat dit om fictie of poëzie?
A
fictie
B
poëzie

Slide 11 - Quiz

Noem twee voorbeelden
van beeldspraak

Slide 12 - Mind map

Belangrijke begrippen fictie
1. Ontwikkeling hoofdpersoon
2. Cliffhanger
3. Wisseling van tijd/plaats/perspectief
4. Tijd
5. Dystopie en science fiction

Slide 13 - Slide

Belangrijke begrippen poëzie
1. Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
2. Personificatie
3. Beeldspraak

Slide 14 - Slide

Welke vormen van beeldspraak heb je geleerd?
A
Vergelijking, personificatie, metonymia
B
Vergelijking, metonymia, metafoor
C
Vergelijking, personificatie, metafoor
D
Vergelijking, metafoor, pleonasme

Slide 15 - Quiz

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Hij gedraagt zich als een klein kind.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 16 - Quiz

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Het gevaar loert op elke straathoek.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 17 - Quiz

Vergelijking, metafoor of personificatie?

De appel valt niet ver van de boom.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 18 - Quiz

Papier is geduldig
timer
0:15
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 19 - Quiz

Het is spekglad
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 20 - Quiz

Wat een zwijnenstal!
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 21 - Quiz

De wind huilt...
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 22 - Quiz

Vergelijking of metafoor?

Een golf is schuim van woede.
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 23 - Quiz