H3A §5.4. Nederland en migratie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

§5.4 Nederland en migratie

H3A

Hoofdstuk 5

Leerdoelen §5.4 Nederland en migratie

Aan het einde van de les weet je:

• Welke groepen migranten er naar Nederland kwamen
• Gevolgen van migratie op de samenleving
• Waarom en op welke manier de houding van de overheid is veranderd tegenover arbeidsmigratie

Is er in Nederland meer emigratie of immigratie?

1. emigratie
2. immigratie

Immigratie = naar Nederland toe verhuizen (Nederland in)

Emigratie = uit Nederland verhuizen (Eruit verhuizen)

Migratie = verhuizen

Wat betekent het voor de bevolkingsgroei als er meer immigratie is in Nederland?

Groepen migranten 

Koloniale migranten : migrant die verhuist van een voormalig kolonie naar het moederland.

Kwamen uit:

Indonesië

Suriname

Nederlandse Antillen

Koloniale migratie

Eerste migranten uit voormalige

kolonies NL.

Zij kwamen vooral vlak na 

onafhankelijkheid

Gastarbeiders

* Vanaf de jaren '60 kwamen veel gastarbeiders naar Nederland (1e generatie, hun kinderen 2e generatie, hun kleinkinderen <- jullie leeftijd = 3e generatie

* Er was veel werk

* Turken, Marokkanen, Zuid- Europeanen

* Ze waren hier  ''te gast''

Veel gastarbeiders kwamen vanaf '60 in NL werken. Waarom werden zij 'gastarbeiders' genoemd?

1. Zij waren betere arbeiders dan de Nederlanders.
2. Ze waren in Nederland te gast, ze zouden terugkeren.
3. Ze waren speciale gasten, ze hadden een andere cultuur.

Vluchtelingen uit conflictgebieden

Arbeidsmigranten uit Oost-Europa (sinds 2004)

Kenniswerkers vanuit de hele wereld

Wat zijn gevolgen van deze migratie voor Nederland?

• Multiculturele samenleving 
• Huisvesting in na-oorlogse flatwijken <- met autochtone laag opgeleiden -> kans op spanningen
• Asielzoekers zonder status mogen niet werken en kosten dus geld

Gevolgen migratie

• Veranderd overheidsbeleid niet EU-landen
• Scherper integratiebeleid in 21e eeuw 
• Discussies over toelating migranten in NL 

02:11

Waarom kwamen er veel Belgen naar Nederland?

1. De Efteling was toen net gebouwd.
2. Ze kregen geld om naar Nederland te gaan
3. Nederland was een neutraal land.
4. Ze kregen voor het eerst vakantie. Nederlandse stranden waren dichtbij.

03:32

Waar komen de meeste immigranten tegenwoordig vandaan?

1. Europa
2. Afrika
3. Azië
4. Amerika

04:44

Hoeveel procent van de Nederlanders heeft een migratie-achtergrond?

1. 5%
2. 15%
3. 25%
4. 35%

05:58

Waarom was er in 2020 in Nederland sprake van een hoge sterfte?

Noem een positief gevolg van immigratie in Nederland gekeken vanuit de demografische dimensie.

Aan de slag

§5.4 Maken opdracht 1 t/m 4