Sociale hygiene les 5


Alcohol


1 / 20
next
Slide 1: Slide
Consumptieve techniekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson


Alcohol


Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen:


Hoofdstuk 6 - Alcohol


Doel van de les:

- Jullie kunnen uitleggen wat alcohol is

- Jullie kunnen in eigen woorden uitleggen wat het effect van alcohol kan zijn

Slide 2 - Slide

               Alcohol


                Wat is alcohol?

                Zwak alcoholhoudende dranken (0.5% - 15%)

         Sterk alcoholhoudende dranken (15% +)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Het effect van alcohol

De 5 verschillende fasen:

- Ontspannen, ontremd -> 1-3 glazen

- Aangeschoten -> 3-7 glazen

- Dronken, zat -> 7 - 15 glazen

- Laveloos -> 15 - 20 glazen

- Knock-out -> 20 - 25+ glazen


Lange termijn effecten:

Slide 5 - Slide




De wet

    Algemene Plaatselijke verordening

Reclamecode (RvA)

Alcoholbeleid


Preventieve maatregelen

Reactieve maatregelen


Slide 6 - Slide

Maak drie toets vragen



Wat: Maak drie toets vragen over hoofdstuk 6

Hoe: Drie toetsvragen waarvan jij denk dat deze in het examen komen

Hulp: Je boek of www.svhsh.nl

Tijd: 10 minuten

Uitkomst: Bespreken wij klassikaal

Klaar: Lees de wetten in het boek door


Slide 7 - Slide

Wat is het
bloedalcoholpercentage (promillage)?
A
Aantal milligram alcohol per millimeter bloed
B
Geslacht x leeftijd x woonplaats
C
Het alcohol percentage in een drankje

Slide 8 - Quiz

Zwak alcoholhoudende dranken hebben een alcohol percentage tussen de
A
0.2% - 0.7%
B
15% - 15.5%
C
0.5% - 15%
D
20% - 25%

Slide 9 - Quiz

Zwak alcoholhoudende dranken hebben een alcohol percentage tussen de
A
0.2% - 0.7%
B
15% - 15.5%
C
0.5% - 15%
D
20% - 25%

Slide 10 - Quiz

Onder sterk alcoholhoudende dranken verstaan wij
A
Bier, wijn, sherry en port
B
Cognac, jenever, whisky en rum

Slide 11 - Quiz

Sterk alcoholhoudende dranken zijn dranken met een alcohol percentage van 15% of meer
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Waar in het lichaam wordt het meeste alcohol afgebroken?
A
Nier
B
Maag
C
Bloed
D
Lever

Slide 13 - Quiz

Hoeveel glazen alcohol heb je op als je aangeschoten bent
A
Tussen 7-15 glazen
B
Tussen 3-7 glazen
C
Tussen 2-8 glazen

Slide 14 - Quiz

Drink je alcohol uit een ander formaat glas dan kan het zijn dat je sneller dronken bent. Klopt dit?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Er zijn twee soorten alcoholverslavingen: Lichamelijke en geestelijke
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van alcoholmisbruik bij gasten:
A
Overmatig drinken, dansen en springen
B
Overmatig drinken, veel drinken in korte tijd en in ongewenste situaties
C
Veel drinken, slechte wijn drinken en veel slapen
D
Slechte gezondheid, erg ontspannen en weinig tijd

Slide 17 - Quiz

Moet je dronken gasten verwijderen uit je zaak? of bel je de politie?
A
Nee, niet verwijderen
B
Ja, gooi ze eruit
C
Nee, niet verwijderen en/of bel de politie

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de reactieve maatregelen die jij zou kunnen nemen
A
Taxeren, Nee verkopen en verwijderen uit de zaak
B
Boete geven, eruit gooien en sanctioneren
C
Deur van de zaak op slot, sleutels van gast afnemen

Slide 19 - Quiz

Afsluiting van de les

Volgende week:

Hoofdstuk 7 doorlezen

Slide 20 - Slide