2.2/2.3 Naamgeving koolstofchemie deel 1

Naamgeving koolstofchemie deel 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Naamgeving koolstofchemie deel 1

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je weet wat isomeren zijn en kunt de structuurformules tekenen van isomeren.
  • Je kunt de systematische IUPAC naamgeving toepassen: naamgeving bij gegeven structuurformules en andersom van (halogeen/cyclo)alkanen met alkylgroepen.
  • Je kunt de systematische IUPAC naamgeving toepassen: naamgeving bij gegeven structuurformules en andersom van alkenen, alkynen en aromaten (benzeenverbindingen).

Slide 2 - Slide

Deze les
  • Uitleg naamgeving en structuurformules
  • Maken 19 t/m 20, 23B, 30, 31, 35, 36
  • Uitleg isomeren
  • Maken 18, 26

Slide 3 - Slide

Naamgeving koolstofchemie
Stappenplan:
  1. Zoek en benoem de langste aaneengesloten koolstofketen. Dit is de hoofdketen.
  2. Zoek en benoem de zijgroepen
  3. Geef de zijgroepen plaatsnummers (tel vanaf kant met laagste plaatsnummer) en geef telwoorden (hoe vaak komt dezelfde groep voor).

Gebruik Binas tabel 66C+D.

Slide 4 - Slide

Alkanen
  • Naam = stam + aan
  • Koolstofketen met enkele bindingen tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: methaan (meth = 1C, aan = enkele bindingen).

Slide 5 - Slide

Cycloalkanen
  • Naam = cyclo+ stam + aan
  • Koolstofketen met enkele bindingen tussen C-atomen in een cyclische verbinding.
  • Voorbeeld: cyclohexaan

Slide 6 - Slide

Geef de naam van het molecuul.
A
Ethaan
B
Propaan
C
Butaan
D
Pentaan

Slide 7 - Quiz

Alkenen
  • Naam = stam + een
  • Koolstofketen met een dubbele binding tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: but-1-een (but = 4C, 1-een = dubbele binding op C1).
  • Tel de C-atomen vanaf links: C1 komt eerder dan C3.

Slide 8 - Slide

Alkadienen
  • Naam = stam + adieen
  • Koolstofketen met een twee dubbele bindingen tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: buta-1,3-dieen.

Slide 9 - Slide

Geef de naam van het molecuul.
A
Penteen
B
Pent-1-een
C
Pent-2-een
D
Pent-3-een

Slide 10 - Quiz

Alkynen
  • Naam = stam + yn
  • Koolstofketen met een drievoudige binding tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: butyn (but = 4C, yn = drievoudige binding).
  • Nummering is niet nodig, want drievoudige binding kan niet op C2 (dan zou C 5 bindingen krijgen).

Slide 11 - Slide

Alkylgroepen
  • Een koolstofketen als zijgroep noem je een alkylgroep.
  • Aantal C van zijgroep krijgt zelfde stamnaam als in hoofdketen, en eindigt op -yl.
  • Alkylgroep komt voor de naam van de hoofdketen.
  • Voorbeeld: (2-)methylbutaan.
  • In dit geval kun je het cijfer 2 weglaten, omdat de 
methylgroep alleen op C2 kan zitten.

Slide 12 - Slide

Meerdere dezelfde alkylgroepen
  • Bij meerdere dezelfde alkylgroepen gebruik je telwoorden (di, tri etc.).
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2,3-dimethylpentaan.

Slide 13 - Slide

Meerdere verschillende alkylgroepen
  • Bij verschillende alkylgroepen geef je de namen van de zijgroepen op alfabetische volgorde.
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2-methyl-3-ethylpentaan.

Slide 14 - Slide

Geef de naam van het molecuul.

Slide 15 - Open question

Aan de slag
  • Bestuderen 'Zo doe je dat' blz. 44/45
  • Maak vragen 19 t/m 20, 23B, 30, 31, 35, 36

Opmerking:
H-atomen die aan C-atomen vastzitten mogen worden weergegeven met uitsluitend streepjes.

Optioneel: koolstofchemie kwartet

Slide 16 - Slide

Isomeren
  • Isomeren hebben dezelfde molecuulformule, maar een andere structuurformule.
  • Verschillende structuurformule = andere stofeigenschappen.
  • Niet verwarren met isotopen!
  • Vb: butaan en methylpropaan (C4H10).

Slide 17 - Slide

Teken 4 isomeren van C3H6Br2.

Slide 18 - Open question

Aan de slag
  • Lezen 2.2 isomeren
  • Maak vragen 18, 26


Slide 19 - Slide