SPAANS UNIDAD 5b

Unidad 5b: onderwerpen
 familieleden

gebruik van werkwoorden  gustar  en  interesar 

dingen die je op reis kunt zien of doen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Unidad 5b: onderwerpen
 familieleden

gebruik van werkwoorden  gustar  en  interesar 

dingen die je op reis kunt zien of doen

Slide 1 - Slide

mi abuelo, mi abuela
mis abuelos
mi padre, mi madre
mis padres
mi hermano, mi hermana
mis hermanos

nuestro hijo
nuestra hija
nuestros hijos

mijn opa, mijn oma
mijn opa & oma
mijn vader, mijn moeder 
mijn ouders 
mijn broer, mijn zus 
mijn broers & zussen

onze zoon
onze dochter
onze kinderen

Slide 2 - Slide

zapatos = schoenen   pelo = haar   al lado de ... = naast ...    está = bevindt zich 
rubio = blond    menor = jonger 

Slide 3 - Slide

5.07 me gusta ... = mij bevalt ...
In Unidad 4 heb je geleerd hoe je zegt welk eten of drinken 
je (niet) lekker vindt. Bijvoorbeeld ... 
(A mi) me gusta la paella
(A mi) no me gusta el vino
(A mi) me gustan los tomates.
Y a ti, te gusta la paella
Y a ti, te gustan los tomates

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

a mi  me gusta

a ti  te gusta

a él  le gusta
a ella  le gusta
a usted  le gusta

a mi  me interesa

a ti  te interesa

a él  le interesa
a ella  le interesa
a usted  le interesa

Slide 6 - Slide

a nosotros  nos gusta

a vosotros  os gusta

a ellos  les gusta
a ellas  les gusta
a ustedes  les gusta
a nosotros nos interesa
a vosotros  os interesa

a ellos  les interesa
a ellas  les interesa
a ustedes  les interesa

Slide 7 - Slide

5.07 spreek deze zinnen hardop uit

Slide 8 - Slide

5.08
Qué le interesa? 

Spreek de zinnen links hardop uit. 

Slide 9 - Slide

opdracht 5.09
Durante las vacaciones me gusta ...

Schrijf  in het Spaans 5 dingen/activiteiten in je schrift of een Word document die je graag doet tijdens de vakantie.
voorbeelden in het boek

Slide 10 - Slide

Oefeningen op Wikiwijs
Vaak is het handig om de oefeningen op Wikiwijs te gebruiken om te testen wat je geleerd hebt. 

Soms zijn ze ook handig om je voor te bereiden op oefeningen die nog gaan komen, zodat je kunt inschatten welke kennis je nodig hebt. 
link op de volgende dia

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

5.12 korte zinnen maken

Slide 13 - Slide

extra VIDEOS hierna
de eerste video gaat over familie
de tweede video gaat over het gebruik van werkwoorden in de tegenwoordige tijd

bij beide video's kun je ondertiteling aanzetten
zie volgende dia's
LUISTER EN ZEG NA

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video