Instructie geven

Welkom bij Nederlands
Instructie geven - lezen
Doel van deze les: 
- je herinnert je welke tekstdoelen er zijn;
- je weet de kenmerken van instructie; 
- je herkent de opbouw van een 
   instructieve tekst;
- je kent de bijbehorende signaalwoorden.

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Instructie geven - lezen
Doel van deze les: 
- je herinnert je welke tekstdoelen er zijn;
- je weet de kenmerken van instructie; 
- je herkent de opbouw van een 
   instructieve tekst;
- je kent de bijbehorende signaalwoorden.

Slide 1 - Slide

Vorige les: tekstdoelen
Welke doelen weet je nog?
Quiz!

Slide 2 - Slide

Ga naar
de website lessonup.app 
en gebruik de code die je straks op het scherm ziet

Slide 3 - Slide

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 4 - Drag question

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Gevoelens oproepen
Mening geven
Instrueren

Slide 5 - Drag question

Waar denk je aan als je het onderwerp van deze les: 'instructie geven' hoort?

Slide 6 - Open question

Instrueren
Als het leesdoel instrueren is, wil de schrijver dat de lezer aan de hand van instructies weet hoe hij iets moet doen of gebruiken

Aan de slag! 
Kijk naar de voorbeelden voor het maken van paella en brownies. 
Wat valt je op? Je krijgt 3 minuten de tijd en dan bespreken we het.

Slide 7 - Slide

Tekstopbouw instructieve tekst
  • Stapsgewijs weergegeven informatie;
  • Stappen in een vaste, chronologische volgorde;
  • Signaalwoorden die de stappen inleiden zoals ‘ten eerste’, ‘ten tweede’, ‘daarna’, ‘vervolgens’, ‘tenslotte’.


Slide 8 - Slide

Voorbeeld instructie tijdens je werk in een hotel
Aan de slag!
  • Bekijk de voorbeelden die je op papier krijgt.
  • Schrijf op:  
    bij welke instructie weet je het beste wat je moet doen en waarom?

Slide 9 - Slide

Zoekend lezen
  • Met zoekend lezen ga je direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt om antwoord te kunnen geven op een vraag. 
  • Je leest niet de hele tekst, maar kijkt de tekst snel door.
  • Als je bijvoorbeeld in de handleiding van je werk wilt opzoeken hoe je het alarmsysteem aan zet, dan lees je in dezelfde tekst niet de informatie over het uitschakelen van het alarmsysteem. 
  • Je let op tussenkopjes en op anders gedrukte woorden waar je het antwoord gaat zoeken.

Slide 10 - Slide

Uitleg opdracht zoekend lezen

  • Je vormt groepjes van 3 leerlingen. 
  • Elk lid uit het groepje krijgt dezelfde 2 instructieve teksten en vragen.
  • Je hebt een pen nodig en schrijft de antwoorden op het papier met vragen.
  • Er zijn twee rondes van 5 minuten, klok tikt af op het scherm.
  • Per ronde zoeken jullie de antwoorden in allebei de teksten.


  • Jullie mogen overleggen, maar je schrijft allemaal je antwoorden op.
  • Als de eerste ronde voorbij is, bespreken we de antwoorden.
  • Daarna volgt de tweede ronde. 
  • Na de tweede ronde bespreken we de antwoorden en als afsluiting evalueren we kort wat zoekend lezen is.

Slide 11 - Slide

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Je weet nu meer over:
Instructie geven - lezen

- welke tekstdoelen er zijn;
- de kenmerken van instructie; 
- de opbouw van een instructieve tekst;
- de bijbehorende signaalwoorden;
- en je hebt geoefend met zoekend lezen.


Slide 13 - Slide

Volgende week

zelf schrijven van een instructietekst

Slide 14 - Slide