11.1 Je lichaam en je voedsel

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.1: Je lichaam en je voedsel
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.1: Je lichaam en je voedsel

Slide 1 - Slide

Doel 11.1
Je leert welke voedingsstoffen er zijn
Je leert wat de rol van je darmflora is
Je leert hoe genen en je voedsel jou beïnvloeden


Slide 2 - Slide

Opdracht
Maak een samenvatting/ lijst van de verschillende voedingsstoffen + functie + vb van voedingsmiddel

Je kan daarvoor Nectar 10.1 en de volgende dia's gebruiken.

Slide 3 - Slide

Koolhydraten (sachariden)
BINAS 67F1, 2, 3
Monosachariden, disachariden, polysachariden

Suiker is een verzamelnaam van mono- en disachariden.
Brood, pasta, rijst, .... 55-75 energieprocent
Brandstof, bouwstof (receptoreiwitten)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vetten (lipiden)
BINAS 67G1, 2, 3
Glycerol met 3 vetzuurstaarten (onverzadigd-met dubbele bindingen, verzadigd-zonder dubbele bindingen) 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vetten (lipiden)
Essentieel (niet zelf te maken)/ niet- essentieel (zelf te maken)
Olie, boter, noten, .... 15-30 energieprocent
Brandstof en bouwstof (membranen, hormonen, isolatie) 

Slide 8 - Slide

Eiwitten (peptiden)
BINAS 67H1, 2
Opgebouwd uit een keten van aminozuren.
Essentieel (niet zelf te maken)/ niet- essentieel (zelf te maken)


Vlees, eieren, zuivel, zaden .... 10-15 energieprocent
Bouwstof (spieren, hemoglobine, ...) en brandstof.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Water
Water (1,5-2 liter per dag)


Bouwstof, transportmiddel, warmtebuffer


Slide 11 - Slide

Mineralen (zouten)
Bouwstof (kalk in je botten, Na+ en K+ voor zenuwcellen) 


Ca2+: melk, Na+ en K+: tarweproducten.

Spoorelementen: mineralen waar je maar weinig van nodig hebt (zoals zink)


Slide 12 - Slide

Vitaminen
Essentiele voedingsstoffen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt. BINAS 82A

Bij tekort ontstaat een gebreksziekte.

Verschillende voedingsmiddelen bevatten verschillende vitaminen


Slide 13 - Slide

Voedingsvezels
Onverteerbare delen van plantaardig voedsel zoals cellulose, pectine (koolhydraten).

Bevorderen de darmperistaltiek, maakt de ontlasting soepel.
Tekort zorgt voor obstipatie.
Groente/ fruit/ (volkoren) graanproducten


Slide 14 - Slide

Heb je het overzicht
Maak dan de volgende invyloefening

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Evenwichtige voeding
Samenstelling:

aanbevolen voedingsstoffen:
ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid 

Additieven (extra toevoegingen, niet nodig voor gezondheid): 
ADI = aanvaardbare dagelijkse inname

Slide 17 - Slide

Rekenen met ADI-waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?


Slide 18 - Slide

Rekenen met ADI-waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?

Stap 1: zoek de ADI-waarde van Ethylbutyraat op in BINAS tabel 95B. 

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?

Slide 19 - Slide

Rekenen met ADI-waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?

Stap 1: zoek de ADI-waarde van Ethylbutyraat op in BINAS tabel 95B. 
15 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor 60 kg lichaamsgewicht
Bijv. 60 x 15 mg = 900 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
900 mg / 3 mg = 300
300 x 100 g = 30.000 g = 30 kg

Slide 20 - Slide

Additieven (BINAS 95B)

Naast de nodig voedingsstoffen zit er in voedingsmiddelen ook kleur-, geur en smaakstoffen → additieven

Er is wettelijk bepaald hoeveel een fabrikant mag gebruiken en ze staan vermeld met E-nummers (dat betekent dat ze door de Europese unie zijn goedgekeurd) (zie BINAS 82E). 

De ADI-waarde (Aanvaardbare Dagelijkse Inname) geeft aan hoeveel mensen dagelijks maximaal kunnen eten zonder risico op gezondheidsklachten.
Niet verwarren met ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid), advies voor de minimale inname van een voedingsstof.

Slide 21 - Slide

Nog een keer oefenen?
Als vervanging van suiker wordt vaak aspartaam gebruikt. Een veilige zoetstof zolang het inname onder de ADI-waarde blijft. Cola light bevat 125 mg aspartaam per blikje. Hoeveel blikjes cola mag jij? 

Slide 22 - Slide

Antwoord
Stap 1: zoek de ADI-waarde van Aspartaam op in BINAS tabel 95B. 
40 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht (vb 60 kg)
Bijv. 60 x 40 mg = 2400 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
2400 mg / 125 mg = 19,2
Maximaal 19 blikjes per dag (wanneer je verder geen andere aspartaam bevattende producten inneemt)

Slide 23 - Slide

Heb je de doelen verwerkt?
Je hebt geleerd welke voedingsstoffen er zijn
Je hebt geleerd wat de rol van je darmflora is
Je hebt geleerd hoe genen en je voedsel jou beïnvloeden


Slide 24 - Slide

Begrippen 10.1: in begrippenlijst
darmflora, probiotica, prebiotica, hygiëne, voedingsstoffen, koolhydraten, receptoreiwit, vetten, eiwitten, water, mineralen, spoorelementen, vitaminen, gebreksziekten, voedingsvezels, ADH, obesitas, allel, additieven, ADI, voedselallergie

Slide 25 - Slide

Opdracht
Maak de vragen van 10.1 (route B of ...)

Slide 26 - Slide

Welke vraag heb je nog voor de les?

Slide 27 - Open question