This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon.
De zon streelde onze wangen
Het gevaar loerde op elke hoek van de straat
Papier is geduldig
Veel beeldspraak berust op een overeenkomst tussen object en beeld (vergelijking, metafoor). Beeldspraak kan ook een ander verband tussen object en beeld beschrijven:
In die zaal hangt een prachtige Rembrandt. (Je bedoelt het schilderij, maar je noemt de schilder)
Ik heb laatst nieuwe Nikes gekocht (Je bedoelt de schoenen van Nike, maar je noemt alleen het merk)
Dit noemen we een METONIEM (metonymie). Je noemt een deel van het geheel (je geeft dus een soort hint van wat je daadwerkelijk bedoelt).
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.