Chap0: On y va
1 / 37
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
'Aller' betekent
A
gaan
B
zijn
C
kunnen
D
willen
Slide 17 - Quiz
Aller
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vais
vas
va
allons
allez
vont
Slide 18 - Drag question
Zet de vervoegingen van het werkwoord 'aller' in de goede volgorde.
aller
il, elle, on va
nous allons
tu vas
vous allez
ils vont
je vais
Slide 19 - Drag question
aller (je)
timer
0:20
Slide 20 - Open question
aller (tu)
timer
0:20
Slide 21 - Open question
aller (nous)
timer
0:20
Slide 22 - Open question
aller (vous)
timer
0:20
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
jullie hebben
A
nous avons
B
vous avez
C
ils ont
D
elles ont
Slide 25 - Quiz
les filles ont =
A
ils ont
B
elles ont
C
nous avons
D
vous avez
Slide 26 - Quiz
'on' betekent...
A
alleen maar 'wij'
B
alleen maar 'men'
C
'wij' en 'men'
D
'wij', 'men' en 'zij'
Slide 27 - Quiz
u heeft
Slide 28 - Open question
jij hebt
Slide 29 - Open question
ik ben 12 jaar
