Homofone werkwoordsvormen, vwo 2

Homofone werkwoordsvormen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Homofone werkwoordsvormen

Slide 1 - Slide

timer
8:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

In de vorige opdracht ben je bezig geweest met
homofone werkwoordsvormen
  • Werkwoorden die hetzelfde klinken, maar verschillend geschreven worden (homofoon = gelijk van klank).
  • Je moet de werkwoordsvorm wel herkennen, voordat je een homofoon werkwoord goed kunt spellen (spellingsregels)! Zie het volgende filmpje...

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Mijn buurman ... (verwaarlozen) zijn huisdieren. (t.t.)
A
verwaarloosde
B
verwaarloost
C
verwaarloosden
D
verwaarloosd

Slide 6 - Quiz

Hij ... (geloven) dat jij hem leugens ... (vertellen) (t.t.)
A
geloofde, vertelt
B
gelooft, verteld
C
gelooft, vertelt
D
geloofd, verteld

Slide 7 - Quiz

Wat moet er op de puntjes?

Ik ... de gasten naar de feestzaal.
A
leidt
B
lijd
C
lijdt
D
leid

Slide 8 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
De gemorste wijn maakte vlekken op de vorig weekend gewite vloer.
B
De gemorstte wijn maakte vlekken op de vorig weekend gewitte vloer.
C
De gemorste wijn maakte vlekken op de vorig weekend gewitte vloer.
D
De gemorsste wijn maakte vlekken op de vorig weekend gewitte vloer.

Slide 9 - Quiz

De door mijn oma ... (bereiden) maaltijd was heerlijk.

Slide 10 - Open question

Dankzij de ... (verbreden) fietspaden gebeuren er tegenwoordig minder ongelukken.

Slide 11 - Open question

Wij ... (haasten) ons gisteren erg, maar vandaag hoeven we ons gelukkig niet te ... (haasten).

Slide 12 - Open question

Aan de slag

Maken: Spelling Cursus 7
- paragraaf 14: opdracht 1 t/m 4 ( blz. 268-269)

Klaar? Maak je fictiedossier af en lever het in. Zie Magister > Opdrachten.

Slide 13 - Slide