1HV week 48

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Programme

Unité 2: Apprendre 9 / Corriger ex. 26 + 27

Toetsen terug + bespreken

Oefenopdracht écrire

Introduction unité 3 + vlog ex. 1, 2

Een vakantiefoto = ...

aardig

1. gentil
2. drôle
3. bon
4. préféré

Wij zijn met zijn drieën.

oom

1. père
2. frère
3. oncle
4. parents

Mijn beste vriendin.

Toetsen terug

Oefenopdracht: écrire

In schrift:

1. Schrijf hoe je heet.

2. Schrijf dat je in Utrecht woont.

3. Schrijf dat je ouders gescheiden zijn.

4. Schrijf dat je met je moeder woont.

5. Schrijf dat je een broer en een zus hebt.

6. Schrijf dat jullie met z'n vieren zijn.

Antwoorden

1. Je m'appelle .... / Je suis ...

2. J'habite à Utrecht/De Meern/...

3. Mes parents sont divorcés.

4. J'habite avec ma mère.

5. J'ai un frère et une soeur.

6. Nuos sommes quatre.

Maak 3 Franse zinnen van 3 woorden met...

1. Dimanche

2. un interro
3. de leraar

Les devoirs

2 december: Leer apprendre 1 unité 3 (F-N/N-F)

8 december: Leer apprendre 2 (F-N/N-F)

9 december: Leer apprendre 3 (F-N/N-F)