Havo 1 - Spaans Les 4

Havo 1 - Spaans Les 4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Havo 1 - Spaans Les 4

Slide 1 - Slide

Te doen...
  1. Ga op je plekje zitten
  2. Doe je jas uit
  3. Telefoon in het Zakkie
  4. Oortjes uit
  5. Boek en etui op tafel
  6. Tas op de grond
timer
1:00

Slide 2 - Slide

           Plattegrond H1A   

Slide 3 - Slide


Wat moet ik doen?

1.Ik kom op tijd and ik neem altijd mijn schoolspullen mee.

2. Ik luister als iemand spreekt, als ik een vraag heb, steek ik mijn hand omhoog.
3. Ik respecteer iedereen en de lesmateriaal.


Slide 4 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat gaan we doen?

praat over dingen die je leuk of niet leuk vindt

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

3

Slide 8 - Video

00:23
je kunt het werkwoord GUSTAR gebruiken om te zeggen:
A
Mooi Vinden
B
Leuk Vinden
C
Lekker Vinden
D
Allemaal

Slide 9 - Quiz

00:43
maak je eigen zin met ME GUSTA

Slide 10 - Mind map

00:43
Lees en zeg het hardop

Slide 11 - Slide

3

Slide 12 - Video

00:53
Ik hou van...

Slide 13 - Mind map

01:24
¿Qué horas son?
A
Hoe laat is het
B
Hoe vaak is het
C
Hoe veel is het
D
Hoe kan dat

Slide 14 - Quiz

01:40
Hoe zeg je buurman in het Spaans?

Slide 15 - Mind map

Waarvan hou je?
A
Ik hou van pizza.
B
Ik hou van videogames.
C
Ik hou niet van pizza.
D
Ik hou niet van videogames.

Slide 16 - Quiz

Gebruik van GUSTAR
gustar betekent leuk vinden of houden van
zelfstandig naamwoord

- bij enkelvoud = me gusta
me gusta la pizza

- bij meervoud = me gustan
me gustan los perros
werkwoord

- me gusta
me gusta bailar
me gusta comer
me gustar jugar

Slide 17 - Slide

¿Te gusta .....? - werkwoord 

¿Qué te gusta?
Waar hou je van?
¿Te gusta la pizza?
Hou je van pizza?
¿Te gustan los videojuegos?
Houd je van videogames?
Antwoorden


Me gustan los video juegos 
Si me gusta.
No me gusta.

Si/no me gustan.

Slide 18 - Slide

explicación 
De uitgang van 'gustar' wordt bepaald door het onderwerp (dikgedrukt): Wie of wat wordt leuk/lekker gevonden?
Me gusta ir de camping. - werkwoord = gusta
Ik hou van kamperen
Me gustan los libros. - zelfstandig nw, meervoud = gustan
Ik hou van boeken.
A nosotros nos gusta la fruta. - zelfstandig nw, enkelvoud = gusta



Slide 19 - Slide

explicación 
De uitgang van 'gustar' wordt bepaald door het onderwerp (dikgedrukt):
Wie of wat wordt leuk/lekker gevonden?
A mi hermano le gustan los perros. - zelfstandig nw, meervoud = gustan
Mijn broer houdt van honden

A María le gustan los deportes. - zelfstandig nw, meervoud = gustan
Maria houdt van sporten.

A José y Carlos les gustan las series de Netflix. - zelfstandig nw, meervoud = gustan
José en Carlos houden van Netflix-series.

Slide 20 - Slide


Exit Ticket
(ons doel van de les)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link