Pesten

Noem verschillende manieren van pesten
1 / 12
next
Slide 1: Open question
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Noem verschillende manieren van pesten

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Wanneer er iemand gepest word moet de begeleider/docent dat weten.
A
Eens
B
Oneens

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb wel eens meegemaakt dat er iemand werd gepest
A
Ja
B
Nee
C
Niet dat ik weet

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Pesten gaat vanzelf weer over
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb wel eens iemand gepest.
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ik ben zelf wel eens gepest.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarom pesten jongeren denk je?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is volgens jou het verschil tussen pesten en plagen?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Plagen
  • Iedereen maakt weleens een grapje over een ander. En een ander houdt jou ook weleens voor de gek.
  • Plagen gebeurt niet altijd bij dezelfde persoon.
  • Bij plagen ben je gelijk aan elkaar... het is twee kanten op.
  • Je doet het niet om iemand bewust te kwetsen, het is maar een lolletje. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Pesten
  • Pesten gebeurt steeds bij dezelfde persoon. En het gebeurt
  • vaak, soms zelfs elke dag weer.
  • Bij pesten ben je niet gelijk aan elkaar (Eén iemand is bijvoorbeeld fysiek sterker of veel ouder).
  • Je doet iemand expres pijn en kwetst diegene met opzet...
  • Het heeft grote gevolgen, het kan echt iemands leven gaan beheersen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom kunnen de gevolgen van cyberpesten groter zijn dan van 'gewoon' pesten?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions


Bedenk 1 regel waarin staat hoe wij met elkaar, 
als klas, willen omgaan.

Slide 12 - Open question

Laat elke leerling afzonderlijk 1 regel bedenken.

Kies
samen maximaal drie regels die de leerlingen met elkaar als klas willen
afspreken over hoe zij dit jaar met elkaar willen omgaan. Probeer daarbij het
bewustzijn steeds te activeren over het verschil tussen online en offline gedrag.
Noteer de drie regels ergens, zodat leerlingen ze kunnen terugvinden.

Hiervoor kun je ook het Klassenverdrag (bijlage) gebruiken.