8.2 grafieken

8.2 grafieken
8.2 Grafieken (blz. 148)
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

8.2 grafieken
8.2 Grafieken (blz. 148)

Slide 1 - Slide

Deze wiskundeles:
  • Herhaling: regelmaat 8.1

  • Lesdoelen: Theorie uitleg 8.2 

  • Huiswerk: Zelfstandig of in tweetallen werken.



Slide 2 - Slide

Heeft deze tabel regelmaat?
A
wel regelmaat
B
geen regelmaat

Slide 3 - Quiz

Tabel
Grafiek

Slide 4 - Drag question

tabel
grafiek

Slide 5 - Drag question

Heeft deze tabel regelmaat?
Zo ja wat is de regelmaat dan?
A
Ja, de regelmaat is 1
B
Nee
C
Ja, de regelmaat is 20
D
Ja, per uur komt er €20 bij

Slide 6 - Quiz

8.2 Grafieken
Je kunt een tabel invullen 
bij een situatie met regelmaat.
 
Je kunt een grafiek tekenen 
bij een tabel met regelmaat

Slide 7 - Slide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
bedenk zelf een situatie met 
regelmaat bij deze afbeelding

timer
1:00

Slide 8 - Slide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Overleg binnen je groepje 
of tweetal jouw bedachte 
situatie

timer
1:00

Slide 9 - Slide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram 
hondenbrokken op voorraad. 
Zijn hond eet daar 
elke dag 250 gram van.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
?

Slide 10 - Slide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram 
hondenbrokken op voorraad. 
Zijn hond eet daar 
elke dag 250 gram van.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500

Slide 11 - Slide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram 
hondenbrokken op voorraad. 
Zijn hond eet daar 
elke dag 250 gram van.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
?

Slide 12 - Slide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram 
hondenbrokken op voorraad. 
Zijn hond eet daar 
elke dag 250 gram van.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
2250

Slide 13 - Slide

Aron werkt bij een garage. Per week krijgt hij een reiskostenvergoeding van € 2,50. Per uur verdient hij € 5.
Levi heeft een bijbaantje. Per uur verdient hij € 3.
Hij krijgt een reiskostenvergoeding van € 2.
Christy heeft een krantenwijk. Per maand krijgt ze € 5 fietsvergoeding en verdient ze € 3 per adres.

Slide 14 - Drag question