Vergelijkingen 2; (not) as smart as

Comparisons 
Vergelijkingen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Comparisons 
Vergelijkingen

Slide 1 - Slide

Vergelijkingen

Bij korte woorden - er of - est  achter het woord;

smart - smarter - smartest


Let op: funny - funnier - funniest

late - later - latest

big - bigger - biggest


Slide 2 - Slide

Let op

good - better - best


bad - worse -worst


much/many - more - most

Slide 3 - Slide

tall   taller   tallest

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vergelijkingen

Als je wilt vergelijken gebruik je

as ... as ...     óf

not as ... as ...




Slide 6 - Slide

Vergelijkingen 

Het is net zo belangrijk als  winkelen.

It is as important as shopping.


Dit is niet zo goed koop als je denkt. 

This is not as cheap as you think.


Slide 7 - Slide

John is ____________ Abdel.
(net zo rijk (rich) als)😃

Slide 8 - Open question

He is _______________ at the other boy. (niet zo populair (popular) als)😒

Slide 9 - Open question

The cat is _______ the dog.
(net zo leuk (nice) als)😃

Slide 10 - Open question

This train is _______ than that car.
(niet zo snel (fast) als) 😒

Slide 11 - Open question

Today was _______ als gisteren.
(niet zo goed (good) als)😒

Slide 12 - Open question

Bedenk zelf een vergelijking...

Slide 13 - Open question